Publicitad R▼
actuar (v.)
beginnen aan, optreden, handelend optreden, handelen, te werk gaan, opereren, toneelspelen, concerteren, performen, uitvoeren, weggeven, opvoeren, acteren, akteren, spelen, opzeggen, reciteren, ten gehore brengen, voordragen, continueren, kontinueren, voortgaan met, voortzetten, doorgaan met, blijven .., vervolgen, doen, tussenkomen, uitspelen, zich gedragen, doorgaan, verdergaan
actuar como (v.)
dienen, figureren, figureren als, fungeren, fungeren als, optreden als
actuar según (v.)
actuar sobre (v.)
invloed hebben op, invloed uitoefenen op, inwerken op, uitwerken, werken
manera de actuar (n.)
Publicidad ▼
Ver también
actuar (v. intr.)
↘ activo, agente, creador, enérgico, fabricante, industrioso ↗ acción, actuación, hecho
actuar (v.)
actuar (v.)
actuar (v.)
actuar (v.)
ejecutar, interpretar, representar[Hyper.]
acción, actuación, comedia, desempeño, farándula, histrionismo, interpretación, representación, teatro - roleplaying (en) - número - drama, obra, obra de teatro, obra dramática, obra teatral, pieza, pieza de teatro, teatro - obra, obra teatral - actor, actriz, comediante, histrión, representante - actor ambulante - actable (en)[Dérivé]
play (en) - ser representado - act, play, represent (en) - act (en)[Domaine]
actuar (v.)
actuar (v.)
ejecutar; poner por obra; hacer; estar haciendo; estar tramando[Classe]
procédure judiciaire (fr)[DomaineCollocation]
actuar (v. intr.)
faire du théâtre (fr)[DomainRegistre]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s