Publicitad D▼
adherirse (v.)
gehecht zijn aan, houden, geven, voeren, aaneensluiten, binden, groeperen, integreren, scharen, uniëren, verenigen, eenmaken, afzetten, inklemmen, vastklemmen, bekneld raken, kleven, klemmen, klitten, plakken, vastklampen, zich vastgrijpen aan, zich vastklemmen aan, zich vastklampen aan, klampen, vasthouden, hangen
adherirse a (v.)
aaneenschrijven, aanhangen, aansluiten, bijstaan, binnentreden, gereedstaan, instappen, intreden in, klaarstaan, plakken, toetreden, toetreden tot, voegen, zich aansluiten bij
Publicidad ▼
Ver también
adherirse (v.)
estar, ser[Hyper.]
coherente[Dérivé]
adherirse (v.)
adherirse (v.)
se tenir à qqch (fr)[Classe]
(fuerza)[Caract.]
adherirse (v. intr.)
organiser (fr)[Classe]
recevoir des gens (fr)[termes liés]
(espectáculo), (telespectador; televidente; observador), (público)[termes liés]
adherirse (v. intr.)
adherirse (v. intr.)
devenir unifier, homogène (fr)[Classe]
integrar[Hyper.]
no tiene igual, sin igual, sin par, sin rival[Devenir+Attrib.]
totalidad - coming together, meeting, merging (en) - unificación, unión - fusión - unidad - fusión, unificación[Dérivé]
adherirse (v. intr.)
lindar con, tocar, unirse[Hyper.]
lazo, ligadura - attachable (en)[Dérivé]
adherirse (v. intr.)
adherirse (v. intr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,078s