Publicitad R▼
aguardiente (n.)
brandewijn, eigenstook, alcoholica, amsterdammertje, borrel, borreltje, hartsterking, hartversterkertje, hartversterking, hassebasje, hassebassie, kaptein, lijpie, neurie, neut, oorlam, opfrissertje, opkikkertje, pikketanis, proppie, sassepril, schnapps, slok, spiritualia, spiritualiën, sterkedrank, vuurwater, wippertje, witje, alkohol, sterke drank, afzakkertje, glaasje, drankje, aqua vitae, brandy, koetsiertje, vieux, cognac
aguardiente de cerezas (n.)
aguardiente de manzana (n.)
aguardiente de palma (n.)
Publicidad ▼
Aguardiente
Aguardiente
aguardiente (s.)
aguardiente[ClasseHyper.]
aguardiente (s.)
alcohol, chupe, copa, trago[Hyper.]
aguardiente (s.)
aguardiente (s.)
mauvaise boisson alcoolisée (fr)[Classe]
boisson froide alcoolisée (fr)[Classe]
boisson désignée par son contenant (fr)[Classe]
eau-de-vie de grain (fr)[Classe]
aguardiente (s.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,031s