Publicitad E▼
amoldarse (v.)
zich aanpassen, adapteren, bewerken, toesnijden op, geschikt maken, aanpassen, passend maken, zich akkommoderen, zich konformeren aan, zich richten naar, zich schikken naar, zich aanpassen aan, zich voegen naar, zich accommoderen, zich conformeren aan, acclimatiseren, accommoderen, assimileren, bijsturen, gewennen, plooien, richten, schikken, voegen, wennen, zich thuis voelen, zich thuisvoelen
Publicidad ▼
Ver también
amoldarse (v.)
↘ acomodación, adaptable, adaptación, adecuación, ajuste, atemperación, encaje, readaptarse, reajustar
amoldarse (v.)
s'adapter (personne) (fr)[Classe]
convenir à qqch ou qqn (fr)[Classe]
cambiar, sufrir un cambio[Hyper.]
fit (en)[Rendre+Attrib.]
acomodación, adaptación, adecuación, ajuste, atemperación, encaje - conformista, contemporizador - adaptación - adaptado - adjustive (en) - adaptable[Dérivé]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,031s