Definición y significado de APARATO

aparato (n.)

apparatuur, praalzucht, pronkzucht, vertoon, gadget, apparaat, toestel, hulpmiddel, utiliteit, hulp, hulpje, telefoontoestel, telefoon, tel., opzichtigheid, pracht en praal, bandage, zwachtel, windsel, rekverband, verband, nieuwjaar cadeau, set up, set-up, kanaal, stelsel

aparato administrativo (n.)

bestuursapparaat, rijksoverheid

aparato de calefacción (n.)

radiateur, radiator, verwarming, verwarmingselement

aparato de gimnasia (n.)

gymnastiektoestel, turntoestel

aparato de medición (n.)

meetapparaat

aparato de proyección (n.)

cassetteprojector, cinematograaf, filmprojector, projectietoestel, projector

aparato de radio (n.)

'''radio''', afstemeenheid, afstemmer, boordradio, ontvanger, ontvanginstallatie, ontvangtoestel, radio, radioland, radiotoestel, receiver, scheepsontvanger, scheepsradio, station, transmitter, tuner, tuner-versterker, zender, zendpost, zendstation

aparato de radiografía (n.)

radioscoop, radioskoop, röntgenapparaat, röntgentoestel

aparato de rayos ultravioletas (n.)

hoogtezon, kwartslamp

aparato de rayos X (n.)

radioscoop, radioskoop, röntgenapparaat, röntgentoestel

aparato de sellar (n.)

frankeermachine, stempelapparaat

aparato de soldar (n.)

fakkel, lasapparaat, lasbrander, soldeerbout, soldeerlamp, soldeerpistool

aparato de televisión (n.)

beeldbuis, buis  (gemeenzaam), kastje  (gemeenzaam), kijkbuis, kijkdoos, kijkkast, t.v., teevee, teeveetoestel, televisie, televisieontvanger, televisie-ontvanger, televisiesysteem, televisietoestel, treurbuis, tv, TV  (acroniem)

aparato del estado (n.)

ambtelijk apparaat, ambtenarenapparaat, overheidsapparaat, staatsapparaat

aparato digestivo (n.)

spijsverteringsstelsel

aparato eléctrico (n.)

elektrisch apparaat

aparato electrónico (n.)

elektronisch apparaat

aparato elevador (n.)

elevator, graanzuiger, hijstoestel, hoogteroer, lift, liftkooi

aparato emisor (n.)

televisiezender, zendapparatuur, zender, zendinstallatie, zendtoestel

aparato fotográfico (n.)

camera, fotocamera, fototoestel

aparato para trepar (n.)

klimrek

aparato respiratorio (n.)

ademhalingswegen, luchtweg, luchtwegen

aparato transmisor (n.)

televisiezender, zendapparatuur, zender, zendinstallatie, zendtoestel