Definición y significado de AQUI

aquí (adv.)

daar, mee, hier, aldaar, ginder, daarheen, ginds, erheen, hiernaartoe, hier ergens

aquí (n.)

hier

aquí dentro (adv.)

daarin, erin, hierin

aquí tiene (adv.)

a.u.b.  (afkorting;verkorting), alsjeblieft, alstublieft, asjeblieft, graag, s.v.p.  (afkorting;verkorting)

aquí tienes (adv.)

a.u.b.  (afkorting;verkorting), alsjeblieft, alstublieft, asjeblieft, graag, s.v.p.  (afkorting;verkorting)

aquí y allí (adv.)

af en toe, bij tijd en wijle, bij wijlen, hier en daar, met tussenpozen, nu en dan, occasioneel, okkasioneel, van tijd tot tijd

de aquí (adj.)

hier thuis horend, van hier

de aquí (adv.)

van hier verwijderd

de aquí en adelante (adv.)

van nu af aan, voortaan

hasta aquí

tot nu toe gaat alles goed

hasta aquí (adv.)

tot dusver, tot hier, tot hiertoe, tot nu toe

por aquí (adv.)

in de buurt

quedar esparcido aquí y allá (v.)

rondslingeren, slingeren