Definición y significado de ARMADA

armada (n.)

armada, vloot, oorlogsvloot, zeemacht, zeestrijdkrachten, marine

armada ()

autopark, wagenpark, vloot

armado (adj.)

gewapend, bewapend

armado (n.)

gordeldier, armadillo, pantserdier, schildvarken

atraco a mano armada (n.)

overval, roofoverval

fuerza armada (n.)

krijgsmacht, legermacht, militair, regeringstroepen, strijdkrachten, strijdmacht, troepenmacht

armado hasta los dientes (adj.)

tot op de tanden bewapend, zwaargewapend

cemento armado (n.)

gewapend beton, staalbeton

hormigón armado (n.)

gewapend beton, staalbeton

no armado (adj.)

ongewapend

vidrio armado (n.)

draadglas, gewapend glas

Armada

Marine (strijdmacht)