Publicitad D▼
arredrarse (v.)
terugdeinzen, bleek worden, wit worden, achteruitdeinzen, terugschrikken, bleken, ontkleuren, opbleken, verbleken, huiveren, dubben, twijfelen, schromen, aarzelen, in twijfel staan, in dubio staan, weifelen, betwijfelen, twijfelen aan, eraan twijfelen of, wankelen, heen en weer gaan, krullen, schrikken, bang worden, ineenduiken, ineenkrimpen, ineenschrompelen, terugdeinzen voor
Publicidad ▼
Ver también
arredrarse (v. intr.)
↘ balance, duda, dudoso, escéptica, escéptico, hesitación, incrédulo, indecisión, oscilación, tentativo, titubeo, titubeo, duda, vacilación, vacilación, indecisión, vacilante ↗ blanco, claro, pálido
arredrarse (v. intr.)
arredrarse (v. intr.)
arredrarse; hesitar; titubear; dudar; vacilar[ClasseHyper.]
dudar de; dudar que[ClasseHyper.]
hesitate, waffle, waver (en)[Hyper.]
indeciso[Dérivé]
arredrarse (v. intr.)
avoir peur (fr)[Classe]
mover, moverse, trasladar[Hyper.]
mueca de dolor - wince (en)[Dérivé]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,062s