Definición y significado de ARTICULOS

artículos ()

goed, goederen, waar, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopwaar, spul, vrachtgoed, waren, producten

artículo (n.)

handelsartikel, handelswaar, item, onderdeel, artikel, lidwoord, stuk, clausule, bijzin, goed, goederen, waar, handel, handelsgoederen, koopwaar, spul, vrachtgoed, waren, producten, subafdeling, onderafdeling, onderverdeling, articulatie, document, werk, eindwerk, winkelwaar, vrachtgoederen

artículos de consumo (n.)

consumptie-artikelen, consumptiegoederen, verbruiksgoederen

artículos de tocador (n.)

toiletartikel

artículos diversos (n.)

bul, bullen, diversen, drogerij, goedje, rommel, spul, spullen, spulletjes

compilación de artículos (n.)

reader

artículo de consumo (n.)

consumptieartikel, konsumptieartikel

artículo de fondo (n.)

cursiefje, hoofdartikel, kolom, rubriek, speciaal artikel

artículo de lujo (n.)

luxeartikel, luxe-artikel, weeldeartikel

artículo de marca (n.)

merkartikel

artículo de un solo uso (n.)

weggooiartikel, wegwerpartikel

artículo de uso (n.)

gebruiksartikel, gebruiksvoorwerp

artículo definido (n.) (lingüística)

bepaald lidwoord  (linguïstiek), lidwoord van bepaaldheid

artículo desechable (n.)

weggooiartikel, wegwerpartikel

artículo determinado (n.) (lingüística)

bepaald lidwoord  (linguïstiek), lidwoord van bepaaldheid

artículo fabricado en serie (n.)

massa-artikel, massaprodukt, serieprodukt

artículo indefinido (n.) (lingüística)

lidwoord van onbepaaldheid, onbepaald lidwoord  (linguïstiek)

artículo indeterminado (n.) (lingüística)

lidwoord van onbepaaldheid, onbepaald lidwoord  (linguïstiek)

artículo mercantil (n.)

artikel, handelsartikel, lidwoord

Artículo

Artikel (redactioneel)