Definición y significado de CALIDAD

calidad (n.)

kwaliteit, gehalte, kaliber, hoedanigheid, eigenschap, allooi, capaciteit, productiecapaciteit, productievermogen, produktiecapaciteit, produktievermogen, vermogen, soort, graad, centigraad, gr., level, mate, peil, niveau, plan, hevigheid

calidad de imagen (n.)

beeldkwaliteit, beeldscherpte, profilering

calidad de mortal (n.)

sterfelijkheid

calidad del producto (n.)

kwaliteit van het product

calidad superior (n.)

hoogwaardigheid, superioriteit, topklasse, topkwaliteit, topniveau

círculo de calidad (n.)

kwaliteitskring

control de calidad (n.)

kwaliteitscontrole

de alta calidad (adj.)

eerst, hoogwaardig, prima, van uitgezochte kwaliteit

de calidad superior (adj.)

eerst, hoogwaardig, prima, van uitgezochte kwaliteit

en calidad de

in de hoedanigheid van, krachtens, op grond van, uit hoofde van, uit kracht van

inferior a la calidad normal (adj.)

laag

norma de calidad (n.)

kwaliteitsnorm

primera calidad (n.)

hoogwaardigheid, superioriteit, topklasse, topkwaliteit, topniveau

Calidad

Kwaliteit (eigenschap)