Publicitad E▼
con
con ()
met, met gebruikmaking van, d.m.v., door toedoen van, m.b.v., middels, per, door middel van, bovenop, op, over, boven, zeven-, tegen, achter
con afinación (adv.)
con alegría (adv.)
aangenaam, blij, blijmoedig, gelukkig, genietend, genotvol, jolig, jubelend, monter, opgeruimd, opgewekt, vreugdevol, vrolijk
con animación (adv.)
blij, blijmoedig, gelukkig, genietend, genotvol, jolig, jubelend, monter, vreugdevol, vrolijk
con ansia (adv.)
con ansiedad (adv.)
bang, bezorgd, in spanning, ongemakkelijk, ongerust, vol spanning
con antelación (adv.)
bij voorbaat, vantevoren, van tevoren, van te voren, vooraf, voorhand, vooruit
con anticipación (adv.)
bij voorbaat, vantevoren, van tevoren, van te voren, vooraf, voorhand, vooruit
con autonomía (adv.)
con avidez (adv.)
begerig, dorstig, geil, gierig, gretig, gulzig, hebberig, hebzuchtig, inhalig, zuchtig
con buenas esperanzas (adj.)
met goede vooruitzichten, met perspectief, met perspektief, met toekomst
con buenas perspectivas (adj.)
met goede vooruitzichten, met perspectief, met perspektief, met toekomst
con celo (adv.)
con celos (adv.)
con ceremonia (adv.)
con complacencia (adv.)
con desgana (adv.)
met tegenzin, niet graag, ongaarne, onwillig, tegen heug en meug, tegen wil en dank
con desinterés (adv.)
con despreocupación (adv.)
achteloos, onbekommerd, onbezorgd, slaan op zonder acht te, zonder acht te slaan op, zorgeloos
con destino a (adv.)
*con dificultad (v.)
con dificultad (adv.)
con dignidad (adv.)
con diplomacia (adv.)
con disgusto (adv.)
met tegenzin, niet graag, ongaarne, onwillig, tegen heug en meug, tegen wil en dank, walgelijk
con efecto retroactivo (adv.)
con el alba (adv.)
con el alma (adv.)
con el corazón (adv.)
con el mayor gusto (adv.)
con el tiempo
con el tiempo (adv.)
eindelijk, mettertijd, op den duur, ten langen leste, tenslotte, ten slotte, uiteindelijk
con entonación (adv.)
con entusiasmo
con entusiasmo (adv.)
enthoesiast, enthousiast, entoesiast, entousiast, ijverig, scherp, van ganser harte
con envidia (adv.)
con eso y todo (adv.)
con exactitud (adv.)
con excepción de
con éxito (adv.)
met goed gevolg, met veel succes, met veel sukses, succesrijk, succesvol, suksesrijk, suksesvol
con extremo (adv.)
buitengewoon, geweldig, ontstellend, ontzettend, uitermate, uiterst, vreselijk
con facilidad (adv.)
con fascinación (adv.)
con fervor (adv.)
con fiebre (adj.)
con flojedad (adv.)
energieloos, futloos, gezapig (figuurlijk;oneigenlijk), loom, mat, slap (figuurlijk;oneigenlijk), zwak, zwakjes
con franqueza (adv.)
eerlijk, frank, frank en vrij, ongedwongen, onomwonden, onverbloemd, onverholen, openhartig, recht door zee, ruiterlijk, volmondig, vrijmoedig
con frecuencia (adv.)
con fruición (adv.)
blij, blijmoedig, gelukkig, genietend, genotvol, jolig, jubelend, monter, vreugdevol, vrolijk
con genio (adj.)
con genio (adv.)
con glotonería (adv.)
con gran diferencia (adv.)
bij lange, met afstand, ongetwijfeld, veel, verreweg, veruit
con gran lucimiento (adv.)
met goed gevolg, met veel succes, met veel sukses, succesrijk, succesvol, suksesrijk, suksesvol
con hostilidad (adv.)
hostiel (schaars;infrekwent), strijdlustig, vijandelijk, vijandig, vijandig gezind
con intención (adv.)
bewust, doelbewust, doelgericht, expres, gericht, met opzet, met voorbedachte rade, moedwillig, opzettelijk, uit moedwil, vrijwillig, welbewust, weloverwogen
con intensidad (adv.)
con interés (adv.)
con la ayuda de
con la cabeza al descubierto (adv.)
con la cabeza descubierta (adv.)
con la colaboración de
con la cooperación de
con las piernas abiertas (adv.)
con las piernas cruzadas (adv.)
con las prisas (adv.)
ijlings, in allerijl, in aller ijl, in de gauwigheid, in de haast, inderhaast, jachtig
con lo detras delante (adv.)
con los pies descalzos (adv.)
con lujuriante vegetación (adj.)
con lujuriante verdor (adj.)
con malicia (adv.)
con mano dura (adv.)
bruut, hardhandig, rauw, ruw
con mil amores (adv.)
gaarne, graag, met alle plezier, met genoegen, van harte, volgaarne (literary), zielsgraag
con motivo (adv.)
con motivo de
con mucha atención (adv.)
con muchas ganas (adv.)
begerig, geil, gierig, gretig, gulzig, hebberig, hebzuchtig, inhalig, zuchtig
con mucho (adv.)
bij lange, met afstand, ongetwijfeld, veel, verreweg, veruit
con mucho éxito (adv.)
met goed gevolg, met veel succes, met veel sukses, succesrijk, succesvol, suksesrijk, suksesvol
con mucho gusto
con mucho gusto (adv.)
gaarne, graag, met alle plezier, met genoegen, van harte, volgaarne (literary), zielsgraag
con obediencia (adv.)
dociel, gedwee, gehoorzaam, gewillig, gezeglijk, meegaand, onderworpen, volgzaam, willig
con objeto de
con pedantería (adv.)
con poca sal (adj.)
con poco tacto (adv.)
con porvenir (adj.)
met goede vooruitzichten, met perspectief, met perspektief, met toekomst
con precisión (adv.)
con premeditación (adv.)
con proporción (adv.)
evenredig, in verhouding, naar verhouding, proportioneel, verhoudingsgewijs, verhoudingsgewijze
con rapidez vertiginosa (adv.)
con razón (adv.)
correct, gevoeglijk, goed, juist, keurig, korrekt, met recht en reden, met reden, naar rechts, net, op de juiste/gepaste manier, terecht, vlakbij
con referencia a
con regularidad (adv.)
con reserva (adv.)
gereserveerd, onder voorbehoud, onder voorwaarde, terughoudend, voorwaardelijk
con reservas (adv.)
con respecto a
betreffende, inzake, met betrekking tot, met bettreking tot, omtrent, t.a.v. (afkorting;verkorting), tegenover, ten aanzien van, wat betreft
con reticencia (adv.)
con rumbo a (adv.)
con sabihondez (adv.)
con seguridad (adv.)
beslist, inderdaad, met zekerheid, safe (anglicisme), vertrouwd, vol zelfvertrouwen, zeker, zelfbewust
con seriedad (adv.)
con su propio esfuerzo (adv.)
con sus propias manos (adv.)
con sutileza (adv.)
con tacto (adj.)
con tal que
con tal que (+ conditionnel)
mits (+ conditionnel)
con tiempo (adv.)
op tijd, op tijd ruim, t.z.t. (afkorting;verkorting), te gelegener tijd, te zijner tijd
con toda el alma
con toda el alma (adv.)
con toda seguridad
beslist, inderdaad, met zekerheid, natuurlijk, safe (anglicisme), vertrouwd, zeker
con toda seguridad (adv.)
con todo (adv.)
con todo detalle (adv.)
con todo el corazón (adv.)
con todo y con eso (adv.)
con vida (adv.)
con virtuosismo (adv.)
con voracidad (adv.)
dar con
dar con (v.)
aanlopen, aanrekenen, aantreffen, aanzien, achten, houden, invallen, ontdekken, ontmoeten, opdiepen, opduikelen, opduiken, raken, stoten op, stuiten, stuiten op, tegen het lijf lopen, tegenkomen, te weten komen, toevallen, toevallig tegenkomen, toevallig vinden, treffen, verslijten, vervallen, vinden
estar con vida (v.)
ir con
ir con (v.)
begeleiden, behoren, gaan als onderdeel van, gaan door, gaan in, gaan naar, gaan over, gelden voor, horen, horen bij, meegaan met, meekomen met, meelopen met, meerijden, regeren, thuishoren, van toepassing zijn op, vergezellen
tener con que (v.)
kunnen betalen, zich kunnen permitteren, zich kunnen veroorloven
tener en común con (v.)
gemeen hebben met, op dezelfde golflengte zitten, voeling hebben met
Publicidad ▼
con
septeto, siete[Dérivé]
con (adj.)
mayor, viejo[Similaire]
con (prep.)
préposition marquant le moyen (fr)[ClasseHyper.]
con (prep.)
(espace) au-dessus de (fr)[Classe]
con (prep.)
con[Classe]
con (prep.)
con[Classe]
con (prep.)
por[Classe]
con (prep.)
con[Classe]
Contenido de sensagent
computado en 0,093s