Publicitad R▼
cumplir (v.)
gevolg geven aan, in acht nemen, inlossen, nakomen, presteren, ten uitvoer brengen, zich houden aan, zich kwijten van, betrachten, naleven, volgen, houden aan zich, zich schikken, gehoor geven aan, tot stand brengen, waarmaken, uitvoeren, volbrengen, doen, ontslaan, wippen, voldoen aan, beantwoorden aan, beantwoorden, eer aandoen, in ere houden, bevredigen, tevreden stellen, opvolgen, zich laten leiden door, volstaan, tevredenstellen, vergenoegen, voldoen, bij elkaar komen, bijhouden, houden, uitzitten
cumplir ()
cumplir años (v.)
cumplir con
beantwoorden, bevredigen, eer aandoen, in ere houden, tevreden stellen, voldoen, voldoende, voldoende zijn, waarmaken
cumplir con (v.)
cumplir la condena (v.)
cumplir su palabra
cumplir su palabra (v.)
zich aan zijn woord houden, zijn woord houden, zijn woord nakomen
cumplir su promesa (v.)
zich aan zijn belofte houden, zijn belofte houden, zijn belofte nakomen
no cumplir
Publicidad ▼
Ver también
cumplir
cumplir (v. trans.)
↘ acabado, acechanza, acecho, atisbo, concluido, consumado, cumplido, cumplimiento, observación, observancia, realización, realizado, satisfacción, satisfación, terminado
cumplir (v. intr.)
cumplir
cumplir (v.)
cumplir (v.)
reservar[Hyper.]
cumplir (v.)
sufrir el castigo[Classe]
purifier (fr)[Classe...]
purgatoire (enfer chrétien provisoire) (fr)[termes liés]
pasar[Hyper.]
cumplir (v. intr.)
convenir à qqch ou qqn (fr)[Classe]
cumplir (v. tr.)
obedecer[Classe]
se soumettre à une norme (fr)[Classe]
obedecer[Hyper.]
conformidad, obediencia - obsequiosidad, sumisión - obediente[Dérivé]
no dejar, no salir de, seguir con - adoptar, seguir, tomar[Domaine]
cumplir (v. tr.)
reaccionar; contestar[Classe]
cumplir (v. tr.)
mener à terme qqch (fr)[Classe]
cumplir (v. tr.)
cumplir (v. tr.)
obedecer[Classe]
devoir moral (fr)[termes liés]
cumplir (v. tr.)
obedecer[Classe]
méthode (fr)[DomaineCollocation]
actuar, hacer, llevar a cabo[Hyper.]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,078s