dar (v.)
doen toekomen, nemen, schenken, verlenen, zeggen, geven, mededelen, meedelen, verschenken, wegschenken, weggeven, verstrekken, houden, voeren, kloppen, raken, treffen, slaan op, beuken, beuken op, beuken tegen, slaan tegen, klapperen, slaan, uitdampen, afgeven, uitwasemen, uitstralen, aanzetten tot, instigeren, oproepen, brengen tot, bewegen tot, aandrijven, aanjagen, aanzetten, drijven, pramen, pushen, sommeren, aansporen, aanporren, manen, bezielen, inspireren, ingeven, trachten te overtuigen, aanmanen, mee afrekenen, tegemoet gaan, de confrontatie aangaan met, onverschrokken tegemoet treden, onder ogen zien, meegeven, erkenning, leiden, teweegbrengen, veroorzaken, sacrificeren, sacrifiëren, offeren, opofferen, lopen, lopend, uitkomen, leiden naar, trakteren, onthalen op, vergasten op, tracteren op, trakteren op, tracteren, strelen, onthalen, vergasten, leven van, aanrichten, brengen, gaan, bellen, schallen, beieren, klinken, luiden, opleveren, afleveren, leveren, bestellen, droppen, inleveren, bezorgen, aanbieden, bieden, lenen, offreren, presenteren, genereren, voortbrengen
dar ()
weggeven, overbrengen, doorgeven, overdragen, overrijden, doorsluizen, aangeven, aanreiken, organiseren, opvoeren
base de datos (n.)
boletín de noticias (n.)
ciencia de la información (n.)
cinta de audio (n.)
audiocassette, band, bandje, cassetteband, cassettebandje, geluidsband, geluidscassette, tape
código de barras (n.)
barcode, bar code, barkode, streepjescode, streepjeskode, zebracode, zebrakode
de abajo (adj.)
de abajo (adv.)
de .. acá (adv.)
de actualidad (adj.)
de acuerdo
de acuerdo (n.)
de acuerdo con
de acuerdo con esto (adv.)
de aficionado (adj.)
amateur-, amateuristisch, dilettanterig, dilettantisch, hobbyistisch
de ahora (adj.)
de ahora en adelante (adv.)
de aire (adj.)
de Alemania Occidental (adj.)
de Alemania Oriental (adj.)
de algodón (adj.)
de algunos días (adj.)
de alta calidad (adj.)
de alto coeficiente laboral (adj.)
de aluminio (adj.)
de amateur (adj.)
amateur-, amateuristisch, dilettanterig, dilettantisch, hobbyistisch
de ambas partes (adv.)
aan beide kanten, aan beide zijden, aan weerskanten, aan weerszijden, over en weer, van beide kanten, van weerskanten, van weerszijden
de ambos lados (adv.)
aan beide kanten, aan beide zijden, aan weerskanten, aan weerszijden, over en weer, van beide kanten, van weerskanten, van weerszijden
de antemano (adv.)
bij voorbaat, vantevoren, van tevoren, van te voren, vooraf, voorhand, vooruit
de antiguo (adv.)
allang, al lang, reeds lang, sinds lang, vanouds, van oudsher
de aquí (adj.)
de aquí (adv.)
de aquí en adelante (adv.)
de arcilla (adj.)
de arriba (adj.)
de arriba (adv.)
ambtelijk, ambtshalve, formeel, officieel, van ambtswege, van hogerhand, van overheidswege
de arriba abajo (adv.)
de ayer (adj.)
de bajas calorías (adj.)
arm aan calorieën, arm aan kalorieën, caloriearm, kaloriearm
de balde (adv.)
de barro
de barro (adj.)
de base (adj.)
de belleza (adj.)
de bigote (adj.) (colloquial)
belangrijk, fantastisch, fijn, geruchtmakend, geweldig, groot, hoog, luisterrijk, magnifiek, opzienbarend, prima, schitterend, sensationeel, zeer goed
de bolsillo (adj.)
de breve duración (adj.)
de brillante (adj.)
de brillante colorido (adj.)
de broma (adj.)
de broma (adv.)
de buen augurio (adj.)
de buen humor
de buen humor (adv.)
de buen talle (adj.)
de buena fe (adj.)
authentiek, betrouwbaar, bonafide, te goeder trouw, te vertrouwen
de buena gana
de buena gana (adv.)
gaarne, graag, met alle plezier, met genoegen, van harte, volgaarne (literary), vrijwillig, zielsgraag
de buena salud (adj.)
de buenos modales (adj.)
beleefd, beschaafd, burger-, burgerlijk, goedgemanierd, welgemanierd, welopgevoed
de buenos modos (adj.)
beleefd, beschaafd, burger-, burgerlijk, goedgemanierd, welgemanierd, welopgevoed
de cabo a cabo (adv.)
de cabo a rabo
de cabo a rabo (adv.)
de calidad superior (adj.)
de campeonato (adv.) (colloquial)
buitengewoon, geweldig, ontstellend, ontzettend, uitermate, uiterst, vreselijk
de cara
de carrera (adj.)
de cartel (adj.)
befaamd, bekend, beroemd, gevierd, roemrijk, roemrucht, roemruchtig, vermaard, wijdbefaamd, wijdvermaard
de cartón (adj.)
de categoría (adj.)
de caucho (adj.)
de cerámica (adj.)
aardewerk, ceramisch, keramisch, van aardewerk, van ceramiek, van keramiek
de cerámica (n.)
de cerca
de cerca (adv.)
de Chad (adj.)
de chapa fina de acero (adj.)
de ciudadanía (adj.)
de clase inferior (adj.)
de color (adj.)
de color crema (adj.)
de color de (adj.)
de color de arena (adj.)
de color de herrumbre (adj.)
de color de plata (adj.)
verzilverd, zilverkleurig, zilverwit (cheveux)
de color de rosa (adj.)
de color de rosa (n.)
de color de rubí (adj.)
de color de salmón (adj.)
de color hueso (adj.)
de color naranja (adj.)
de color plata (adj.)
verzilverd, zilverkleurig, zilverwit (cheveux)
de color rosa (adj.)
de comercio (adj.)
de confianza (adj.)
betrouwbaar, bonafide, echt, in orde, met zekerheid, onomwonden, safe (anglicisme), te vertrouwen, trouw, verantwoordelijk, vertrouwd, vertrouwelijk, zeker
de corazón (adv.)
de costumbre (adj.)
de costumbre (adv.)
generaliter, gewoonlijk, in het algemeen, meestal, over het algemeen
de cristal (adj.)
de cualquier manera
de cualquier manera (adv.)
de cualquier modo (adv.)
de cuando en cuando (adv.)
af en toe, bij tijd en wijle, bij wijlen, met tussenpozen, nu en dan, occasioneel, okkasioneel, soms, van tijd tot tijd
de cuenta de
de cuero artificial (adj.)
de densa población (adj.)
de derecha (adj.)
de derecha (adj.) (politics)
rechts (staatkunde)
de derechas (adj.) (politics)
rechts (staatkunde)
de día (adv.)
de diamante (adj.)
de diamante brillante (adj.)
de difícil digestión (adj.)
de dónde (adv.)
¿de dónde? (adv.)
de dos en dos (adv.)
de dos personas (adj.)
de dos sílabas (adj.)
de edad escolar (adj.)
de edad militar (adj.)
de en medio (adj.)
de enseñanza (adj.)
de entonces acá (adv.)
de espaldas (adv.)
de espuma de plástico (adj.)
de esta manera (adv.)
de estado (adj.)
de etiqueta (adv.)
de fábrica (adj.)
de fácil digestión (adj.)
de fama mundial (adj.)
de felpa (adj.)
de fiar (adj.)
de forma de cuña (adj.)
de gamuza (adj.)
de genio pronto (adj.)
heetgebakerd, heethoofdig, humeurig, opvliegend, prikkelbaar, warmbloedig
de genio vivo (adj.)
heetgebakerd, heethoofdig, humeurig, opvliegend, prikkelbaar, warmbloedig
de goma (adj.)
de gomaespuma (adj.)
de gran duración (adj.)
de grandes dotes (adj.)
de granito (adj.)
de grano fino (adj.)
de graves consecuencias (adj.)
de greda (adj.)
de guardia
de guardia (adj.)
de guerra (adj.)
de hecho (adj.)
de hecho (adv.)
echt, eigenlijk, essentieel, feitelijk, inderdaad, in feite, in werkelijkheid, reëel, werkelijk, wezenlijk
de hermana (adj.)
de hierro (adj.)
de hilo (adj.)
de Hong Kong (adj.)
de hormigón (adj.)
de hospital (adj.)
de hoy (adj.)
de hoy en adelante (adv.)
de igual manera (adv.)
de igual modo (adv.)
de importancia (adj.)
de importancia (adv.)
de importancia secundaria (adj.)
neven-, ondergeschikt, secondair, secundair, van ondergeschikt belang
de improviso (adv.)
improvisatorisch, onverhoeds, onverwacht, onverwachts, onvoorbereid, onvoorzien, onvoorziens, voor de vuist weg
de inmediato (adv.)
acuut, dadelijk, direct, direkt, ogenblikkelijk, onmiddellijk, onverwijld, op staande voet, pal, prompt, subiet
de interés común (adj.)
de interés general (adj.)
de interés público (adj.)
de interés secundario (adj.)
neven-, ondergeschikt, secondair, secundair, van ondergeschikt belang
de izquierda (adj.)
links (staatkunde)
de izquierda (adj.) (politics)
links (staatkunde)
de izquierdas (adj.) (politics)
links (staatkunde)
de Kuwait (adj.)
de la burguesía (adj.)
de la clase media (adj.)
de la derecha a la izquierda (adv.)
v.r.n.l. (afkorting;verkorting), van rechts naar links
de la edad media (adj.)
de la enseñanza (adj.)
de la Europa del Este (adj.)
de la Europa del Norte (adj.)
de la Europa Meridional (adj.)
de la Europa Occidental (adj.)
de la izquierda a la derecha (adv.)
v.l.n.r. (afkorting;verkorting), van links naar rechts
de la mañana (adj.)
de la mañana (adv.)
's morgens, 's ochtends, in de morgen, in de ochtend, op de voormiddag, voor de middag
de la manera siguiente (adv.)
de la misma manera (adv.)
eender, eveneens, evenzo, hetzelfde, insgelijks, op dezelfde manier, op dezelfde wijze
de la mujer (adj.)
de la noche (adv.)
's avonds, 's nachts, bij avond, bij nacht, in de avond, in de nacht
de la noche a la mañana (adj.)
de la noche a la mañana (adv.)
van de ene dag op de andere, van de ene op de andere dag, van de op de ene dag andere
de la policía (adj.)
de la posguerra (adj.)
de la postguerra (adj.)
de la sangre (adj.)
de la tarde
de la tarde (adv.)
de la telequinesia (adj.)
de la tercera potencia (adj.)
de la última hornada (adj.)
de la universidad (adj.)
de lance (adj.)
de las mujeres (adj.)
de lejos (adv.)
bij lange, met afstand, ongetwijfeld, veel, verreweg, veruit
de lino (adj.)
de llovizna (adj.)
de lo contrario
de lo lindo (adv.)
de los padres (adj.)
de los telégrafos (adj.)
de los últimos tiempos (adj.)
de los viejos tiempos (adj.)
de loza (adj.)
aardewerk, ceramisch, keramisch, van aardewerk, van ceramiek, van keramiek
(de) lujo (n.)
de madre (adj.)
de madrugada (adv.)
's nachts, bij nacht, bijtijds, in alle vroegte, in de nacht, met de dageraad, voor dag en dauw, vroegtijdig
de mal agüero (adj.)
de mal humor
de mal humor (adj.)
boos, gerommel, humeurig, klagerig, knorrig, korzelig, kribbig, mopperig, nors, slechtgehumeurd, slechtgemutst
de mal humor (adv.)
de mala fama (adj.)
berucht, beruchte, ongunstig bekend staand, schandelijk, sjofel
de mala fe (adj.)
de mala gana (adj.)
de mala gana (adv.)
met tegenzin, niet graag, ongaarne, onwillig, tegen heug en meug, tegen wil en dank
de malla fina (adj.)
de mañana (adj.)
de manera altruista (adv.)
de manera distinta (adv.)
de manera engañadora (adv.)
de manera engañosa (adv.)
bedrieglijk, leugenachtig, misleidend, op bedrieglijke wijze
de manera ideal (adv.)
de manera plausible (adv.)
de manga corta (adj.)
de manga larga (adj.)
de mármol (adj.)
de matiz (adj.)
de matrimonio (adj.)
de matrimonio (adj.) (literary)
de mediana edad (adj.)
de médico (adj.)
de metal (adj.)
metaalachtig, metalen, metallic, metalliek, metallisch, van metaal
de mi parte (adv.)
de modo que
de modo satisfactorio (adv.)
bevredigend, deugdelijk, goed, heerlijk, tevredenstellend, voldoening gevend, wel
de momento (adv.)
op het moment, op het ogenblik, vooralsnog, vooreerst, voor het ogenblik, voorshands
de mucha duración (adj.)
landurig, lang, langdradig, langdurig, langgerekt, proletariërs aller landen, verenigt U!
de mucho alcance (adj.)
breed opgezet, grootscheeps, groots opgezet, overweldigend, radicaal, radikaal, vergaand, verreikend, verstrekkend
de muchos días (adj.)
de mujeres (adj.)
de muletón (adj.)
de nailon (adj.)
(de) nilón (n.)
de nilón (adj.)
de ningún modo (adv.)
de ninguna manera (adv.)
de niño (adj.)
de níquel (adj.)
de noche (adv.)
's avonds, 's nachts, bij avond, bij nacht, hedenavond, in de avond, in de nacht
de nombre
de nuestra parte (adv.)
onzerzijds (oud), van onze kant, wat ons betreft
de nuevo
de ocasión (adj.)
de oficio (adv.)
ambtelijk, ambtshalve, formeel, officieel, van ambtswege, van hogerhand, van overheidswege
de ordinaria (adv.)
de oro (adj.)
de otra manera (adv.)
de otra persona (adj.)
de otro (adj.)
de otro modo (adv.)
de otros (adj.)
de otros tiempos (adj.)
de pacotilla (adj.)
de padre y muy señor mío (adv.) (informal)
de paisano (adj.)
de papel (adj.)
de parte de
de pasada (adj.)
de pasada (adv.)
dit terzijde, en passant, in het voorbijgaan, terloops, tussen neus en lippen door
de paso (adj.)
de paso (adv.)
a a propos, apropos, à propos, dit terzijde, en passant, in het voorbijgaan, overigens, terloops, tussen neus en lippen door
de pe a pa
de pe a pa (adv.)
de pergamino (adj.)
de perro (adj.)
de peso (adj.)
aanmerkelijk, beduidend, belangrijk, considerabel, gewichtig, groot, relevant, veelbetekenend, zwaarwegend
de piel de cordero (adj.)
de piel de gamuza (adj.)
de pies a cabeza (adv.)
de plata (adj.)
de poca confianza (adj.)
de poca monta (adj.)
derderangs, futiel, minder belangrijk, minderwaardig, nederig, onbeduidend, onbelangrijk, onbetekenend, ondergeschikt, ongegrond, op kleine schaal, van minder belang
de pocas calorías (adj.)
arm aan calorieën, arm aan kalorieën, caloriearm, kaloriearm
de poco ambiente (adj.)
de por vida (adv.)
aanhoudend, altijddurend, eeuwig, levenslang, voor het leven
de porcelana (adj.)
de posguerra (adj.)
de postguerra (adj.)
de postín (adj.) (colloquial)
aanzienlijk, belangrijk, beroemd, deftig, eminent, enorm, gedistingeerd, groot, groots, omvangrijk, prominent, voornaam
de preferencia (adv.)
de primavera (adj.)
de primer orden (adj.)
de primera (adj.)
eerste klas, excellent, prima, uitmuntend, uitstekend, voortreffelijk
de primera mano (adj.)
de príncipe (adj.)
de principio (adv.)
de prisa (adv.)
gauw, gezwind, haastig, halsoverkop, holderdebolder, ijlings, in allerijl, in aller ijl, in de gauwigheid, in de haast, inderhaast, jachtig, overhaastig, overijld, prompt, snel, snel{#169}, spoedig, vlug
de prisa y corriendo (adv.)
ijlings, in allerijl, in aller ijl, in de gauwigheid, in de haast, inderhaast, jachtig
de profesión (adj.)
de prueba (adj.)
de puntillas (v.)
de que forma (adv.)
de que manera (adv.)
de raso (adj.)
de recambio (adj.)
de remate (adv.)
absoluut, aller-, aller{#169}, compleet, des te, des te meer, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig, volmaakt, volslagen, volstrekt
de renombre mundial (adj.)
de repente
de repente (adv.)
de repuesto (adj.)
de reserva
aanwezig, bij de hand, binnen handbereik, in de buurt, ter beschikking
de reserva (adj.)
de reserva (n.)
de resultas de
de rigor (adv.)
de rubí (adj.)
de salud (adj.)
de sangre (adj.)
de sangre fría (adj.)
bevroren, cool (anglicisme), ijskoud, ijzig, ijzig kalm, koel, koud, kpoud, stalen
de satén (adj.)
(de) seda (n.)
de segunda mano (adj.)
de ser posible (adv.)
de sí mismo (adj.)
de siempre (adv.)
de .. sílabas (adj.)
de skay (adj.)
de sobra
de sobra (adj.)
de Somalia (adj.)
de Sri Lanka (adj.)
de su mano (adv.)
de su parte (adv.)
hunnerzijds (oud), van haar kant, van hun kant
de su propia mano (adv.)
de su propio acuerdo (adv.)
bewust, doelbewust, doelgericht, expres, gericht, met opzet, met voorbedachte rade, moedwillig, opzettelijk, uit moedwil, vrijwillig, welbewust, weloverwogen
de su puño y letra (adv.)
de súbito (adj.)
de súbito (adv.)
improvisatorisch, onverhoeds, onverwacht, onverwachts, voor de vuist weg
de superficie (adj.)
de tal manera (adv.)
de talento (adj.)
de talle elegante (adj.)
de tamaño natural (adj.)
de tamaño natural (adv.)
de Tanzania (adj.)
de tapadillo (adv.)
de tejido de punto (adj.)
de telégrafo (adj.)
de terciopelo (adj.)
de tiempo en tiempo (adv.)
af en toe, bij tijd en wijle, bij wijlen, met tussenpozen, nu en dan, occasioneel, okkasioneel, soms, van tijd tot tijd
de tocador (adj.)
de todas formas (adv.)
de todas maneras (adv.)
de todo corazón
de todo corazón (adj.)
de todo corazón (adv.)
de todos modos (adv.)
de tonos vivos (adj.)
de tricot (adj.)
de tu parte (adv.)
de turno (adj.)
de últimamente (adj.)
de un color claro (adj.)
de un golpe (adv.)
de un lado a otro (adv.)
de un tirón
de un tirón (adv.)
de una sílaba (adj.)
de una sola vez (adv.)
de una tirada (adv.)
de una vez (adv.)
eens en voor altijd, in één keer, in één klap, in één ruk, overtuigend, voor eens en altijd, voor eens en voor altijd
de una vez para siempre (adv.)
eens en voor altijd, overtuigend, voor eens en altijd, voor eens en voor altijd
de una y otra parte (adv.)
aan beide kanten, aan beide zijden, aan weerskanten, aan weerszijden, over en weer, van beide kanten, van weerskanten, van weerszijden
de uno en uno (adv.)
de valor estable (adj.)
de varias voces (adj.)
de varios días (adj.)
de verano (adj.)
de verdad
de verdad (adv.)
behoorlijk, danig, duchtig, echt, eerlijk, frank, frank en vrij, gemeend, gewoon, ongedwongen, ongeveinsd, onomwonden, onverbloemd, onverholen, oprecht, ruiterlijk, van belang, van betekenis, volmondig, vrijmoedig, waarlijk, welgemeend
¿de verdad?
de vez en cuando (adv.)
af en toe, bij tijden, bij tijd en wijle, bij wijlen, een enkele keer, incidenteel, met tussenpozen, nu en dan, occasioneel, okkasioneel, soms, van tijd tot tijd, zo nu en dan
de vidrio (adj.)
de votación (adj.)
electoraal, elektoraal, kies-, kiezers-, stem-, verkiezings-
de voto (adj.)
electoraal, elektoraal, kies-, kiezers-, stem-, verkiezings-
de vuelta (adv.)
achterom, achteruit, achterwaarts, naar achteren, op de terugreis, op de terugweg, ruggelings, terug
de vuelta de todo (adj.)
de vuestra parte (adv.)
de zafiro (adj.)
de Zimbabwe (adj.)
derecho de autor (n.)
gestión de conocimientos (n.)
nota al pie de la página (n.)
obra de consulta (n.)
registro de datos (n.)
servicio de información (n.)
Sistema de Información Geográfica (n.)
Sistema de Información Schengen (n.)
sistema de información (n.)
tablón de anuncios (n.)
aanplakbord, mededelingenbord, prikbord, publicatiebord, publikatiebord, scorebord
título de crédito (n.)
tratamiento de la información (n.)
dar a conocer (v.)
aankondigen, aanmelden, afroepen, bekendmaken, melden, uitschrijven
dar a crédito (v.)
dar a entender veladamente (v.)
dar a la banda (v.)
dar a luz
dar a luz (v.)
afgeven, baren, bevallen, bezitten, dragen, geboren (figuurlijk;oneigenlijk), hebben, krijgen, werpen
dar a luz (v.) (muchacho)
baren (manspersoon), bevallen (manspersoon), bevallen van (manspersoon), voortbrengen (manspersoon)
dar abasto a (v.)
dar abasto para (v.)
dar abrazo (v.)
dar al olvido (v.)
dar algo por (v.)
dar aliento a (v.)
aanmoedigen, bemoedigen, bevorderen, een hart onder de riem steken, moed geven, moed inspreken, toejuichen
dar asco
dar asco (v.)
afstoten, doen walgen, mishagen, misselijk maken, niet aanstaan, niet bevallen, niet in de smaak vallen bij, ontevreden stemmen, tegenstaan, walgen
dar asco a uno (v.)
dar barzones (v.)
dar bola negra a (v.)
dar brillo a (v.)
dar cabezadas (v.)
dar caza (v.)
achteraangaan, achter iemand/iets aangaan, achternajagen, achternazetten, achternazitten, achterna zitten, achtervolgen (figuurlijk;oneigenlijk), het spoor volgen van, jagen, najagen, nazetten, nazitten, schaduwen, volgen
dar caza a (v.)
dar cien patadas (v.)
dar clase (v.)
bijbrengen, doceren, instrueren, leren, lesgeven, les geven, onderrichten, onderricht geven, onderwijzen
dar clases (v.)
bijbrengen, doceren, instrueren, leren, lesgeven, les geven, onderrichten, onderricht geven, onderwijzen
dar coba (v.)
slijmen (gemeenzaam)
dar con
dar con (v.)
aanlopen, aanrekenen, aantreffen, aanzien, achten, houden, invallen, ontdekken, ontmoeten, opdiepen, opduikelen, opduiken, raken, stoten op, stuiten, stuiten op, tegen het lijf lopen, tegenkomen, te weten komen, toevallen, toevallig tegenkomen, toevallig vinden, treffen, verslijten, vervallen, vinden
dar con el codo (v.)
aanduwen, aanstoten, doorgaan met, doorzetten, dringen, duwen, opdringen, opleggen, opzadelen met, schuiven, stuwen, verdringen, voortbewegen, voortdrijven, voortduwen, voortstuwen, vooruitduwen, wegduwen
dar con el paradero de (v.)
achterhalen, bespeuren, blootleggen, detecteren (literary), gadeslaan, merken, ontdekken, opspeuren, opsporen, tot de ontdekking komen, uitvinden, vinden
dar con los nudillos (v.)
dar con un látigo (v.)
afdrogen, aframmelen, afranselen, afrossen, aftroeven, aftuigen, geselen, inpeperen, ranselen, slaan, striemen, zwepen
dar consejo (v.)
dar crianza (v.) (enfant)
fokken, grootbrengen (enfant)
dar cuenta (v.)
rekenschap afleggen, verantwoording afleggen, verslag uitbrengen
dar cuenta de (v.)
berichten, beschrijven, doorvertellen, gewagen, goedpraten, klikken, melden, omschrijven, rapporteren, rapport uitbrengen, rechtvaardigen, uit de school klappen, verantwoorden, verder vertellen, vermelden, verslaan, verslag doen van, verslag uitbrengen, wegredeneren
dar cumplimiento a (v.)
dar dado falso (v.)
bedonderen (gemeenzaam), bedotten, bedriegen, beduvelen (gemeenzaam), beetnemen, belazeren (gemeenzaam), besodemieteren (gemeenzaam), bezwendelen, bij de neus nemen, dubbel spel spelen met, een poets bakken, een streek uithalen, foppen, iemand om de tuin leiden, kattekwaad uithalen, kattenkwaad uithalen, misleiden, om de tuin leiden, op het verkeerde been zetten, oplichten, te slim af zijn, van de wijs brengen, voor de gek houden
dar de baja (v.)
afstrepen, doorhalen, doorstrepen, oneervol ontslaan, royeren, schrappen, uitschrijven, wegstrepen
dar de cenar (v.)
dar de comer (v.)
dar de lado (v.)
dar de mamar (v.)
borstvoeding geven, de borst geven, sabbelen, voeden, zabbelen, zogen, zuigen
dar diente con diente (v.)
dar el chivatazo (v.)
aanbrengen, aangeven, bedriegen, beschijten, denonceren (literary), geselen, hekelen, klappen, klikken, loslaten, verklappen, verklikken, verlinken (gemeenzaam), verlullen, verraden
dar el consentimiento a (v.)
dar el consentimiento para (v.)
toestemming geven om, toestemming geven tot, toestemming verlenen om, toestemming verlenen tot
dar el derecho (v.)
dar el pecho (v.)
dar el pego a (v.)
aanpraten, bij de neus nemen, erin laten lopen, in de maling nemen, in het ootje nemen, plagen, wijsmaken
dar el pésame (v.)
condoleren, kondoleren, zijn deelneming betuigen, zijn medeleven betuigen
dar el soplo (v.)
dar el último toque a (v.)
afkrijgen, afronden, afwerken, de laatste hand leggen aan, klaarkomen, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, voltooien
dar empellones (v.)
aanduwen, aanstoten, doorgaan met, doorzetten, dringen, duwen, opdringen, opleggen, opzadelen met, schuiven, stuwen, verdringen, voortbewegen, voortdrijven, voortduwen, voortstuwen, vooruitduwen, wegduwen
dar en alquiler (v.)
dar en arena (v.)
dar en arriendo (v.)
dar en depósito (v.)
(dar) en el blanco
dar en el blanco (v.)
dar en matrimonio (v.)
dar en prenda (v.)
dar entrada (v.)
dar escándalo (v.)
dar expresión a (v.)
onder woorden brengen, spuien, tot uitdrukking brengen, uitdrukken, uiten, uitspreken, vertolken, verwoorden
dar falsas esperanzas (v.)
gouden bergen beloven, koeien met gouden horens beloven, valse hoop wekken
dar fin a (v.)
afkrijgen, afronden, afsluiten, afwerken, beëindigen, de laatste hand leggen aan, een einde maken aan, klaarkomen, klaarkrijgen, sluiten, voleinden, voleindigen, voltooien
dar fruto (v.)
dar fuerzas a (v.)
bedenken, begiftigen, beschenken, opbeuren, opfleuren, opvrolijken, sterken, verblijden, verlevendigen
dar grandes golpes (v.)
dar gritos (v.)
gillen, roepen, schreeuwen, tekeergaan, tieren, uitgillen, uitschreeuwen, uitvallen tegen
dar gritos de alegría (v.)
dar gusto (v.)
bevredigen, een plezier doen, genoegen schenken, plezier doen, verrukken
dar igual a (v.)
er niets toe doen, er niet toe doen, hetzelfde zijn, niet geven, niets geven, niets kunnen schelen, niets uitmaken, niet uitmaken, om het even zijn
dar importancia a (v.)
dar informes (v.)
informatie verschaffen, informeren, in kennis stellen van, inlichten, onderrichten, op de hoogte brengen, verwittigen van, voorlichten
dar informes de (v.)
dar informes sobre (v.)
dar inicio (v.)
dar instrucciones a (v.)
dar la alarma (v.)
dar la bienvenida (v.)
begroeten, inhalen, onthalen, ontvangen, recipiëren, verwelkomen
dar la bienvenida a (v.)
dar la ciudadanía (v.)
dar la ciudadanía a (v.)
dar la comida (v.)
dar la enhorabuena (v.)
dar la enhorabuena por (v.)
dar la invalidez (v.)
dar la lata
dar la lata (v.)
bekvechten, belagen (figuurlijk;oneigenlijk), bestoken (figuurlijk;oneigenlijk), ergeren, iemand ergeren, iemand lastig vallen, kankeren (gemeenzaam), klagen over, kwellen, lastigvallen, lastig vallen, moeilijkheden bezorgen, piekeren, plagen, reclameren bij, reklameren bij, storen, teisteren, zaniken, zeuren, zich beklagen over, zijn beklag doen over
dar la mano (v.)
dar la muerte (v.)
doden, doodmaken, executeren, kapotmaken, om het leven brengen, ter dood brengen
dar la ocasión de (v.)
de gelegenheid bieden, de gelegenheid geven, in de gelegenheid stellen
dar la preferencia (v.)
dar la última mano a (v.)
afkrijgen, afronden, afwerken, de laatste hand leggen aan, klaarkomen, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, voltooien
dar la vuelta (v.)
dar la vuelta a (v.)
dar largas a (v.)
op de lange baan schuiven, traineren, uitstellen tot sint-juttemis
dar las boqueadas (v.)
creperen, de dood nabij zijn, de dood voor ogen hebben, op sterven liggen, op sterven na dood zijn, zieltogen
dar las gracias (v.)
dar latigazos (v.)
afdrogen, aframmelen, afranselen, afrossen, aftroeven, aftuigen, geselen, inpeperen, ranselen, slaan, striemen, zwepen
dar lectura a (v.)
dar leña (v.)
aftuigen (gemeenzaam), een pak slaag geven
dar los últimos toques a (v.)
afkrijgen, afronden, afwerken, de laatste hand leggen aan, klaarkomen, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, voltooien
dar lugar a
dar lugar a (v.)
aanbieden, aanleiding geven tot, komen, ontspringen, ontspruiten, ontstaan, opkomen, opstuiten, reden geven tot, stammen, teruggaan, veroorzaken, voortbrengen, voortkomen, voortspruiten, wortelen
dar lustre a (v.)
dar marcha atrás (v.)
achteruit doen gaan, achteruitrijden, bakzeil halen, terugkrabbelen
dar masaje (v.)
dar mascado (v.)
dar media vuelta
dar media vuelta (v.)
dar miedo a (v.)
angst aanjagen, bang maken, beangstigen, de schrik op het lijf jagen, doen schrikken, laten schrikken, schrik aanjagen, schrikken, verschrikken
dar motivo para (v.)
dar muerte (v.)
doden, doodmaken, executeren, kapotmaken, om het leven brengen, ter dood brengen
dar nacimiento a (v.) (muchacho)
het leven schenken aan (manspersoon)
dar nombre a (v.)
dar nueva vida a (v.)
dar orden (v.)
dar orden de (v.)
bevelen, commanderen, gebieden, kommanderen, verordenen, verordonneren
dar palmadas (v.)
dar parte (v.)
dar pasaporte (v.) (colloquial)
afzetten, de bons geven, de bons krijgen, de laan uitsturen, eruitgooien (gemeenzaam), krijgen, ontslaan, wegwuiven, wippen
dar patadas (v.)
dar patadas (v.) (deporte)
poeieren (sport), punteren (sport), schieten, schoppen (sport), trappen (sport)
dar patadas a (v.)
dar pena a (v.)
afknijpen, bedroeven, blesseren, geselen, grieven, krenken, kwellen, kwetsen, martelen, pijn doen, pijnigen, plagen, steken, teisteren, tormenteren, verdriet doen, verdrieten
dar permiso (v.)
approberen, attesteren, certificeren, certifiëren, een vergunning verlenen, ingaan op, laten, permitteren, toestaan, vergunnen, veroorloven
dar permiso para (v.)
toestemming geven om, toestemming geven tot, toestemming verlenen om, toestemming verlenen tot
dar picazón (v.)
dar pienso (v.) (bestiaux)
dar poca importancia a (v.)
bagatelliseren, bagatellizeren, minimaliseren, minimalizeren
dar por su gusto (v.)
dar por su gusto a (v.)
dar por supuesto (v.)
aannemen, als vanzelfsprekend aannemen, assumeren, onderstellen, poneren, postuleren, presumeren, stellen, supponeren, uitgaan van, veronderstellen, voetstoots aannemen, voor vanzelfsprekend aanzien, zich weinig aan iets gelegen laten liggen, zonder meer aannemen
dar preferencia (v.)
dar prestado (v.)
dar propina (v.)
bezoldigen, een fooi geven, een honorarium geven, honoreren, salariëren, tippen
dar prueba de (v.)
bewijzen, blijk geven van, getuigen van, hardmaken, het bewijs leveren van, waarmaken
dar prueba de sus capacidades (v.)
dar publicidad a (v.)
dar puñetazos (v.)
dar recuerdos a (v.)
dar recuerdos de parte de (v.)
dar recuerdos de parte de alguien (v.)
dar rienda suelta
dar rienda suelta (v.)
dar rienda suelta a
dar rienda suelta a (v.)
dar sacudidas (v.)
dar saltos (v.)
dansen, hinkelen, hinken, hippen, huppelen, huppen, huppen over, huppen uit, omhoog springen, springen, springen over, touwtjespringen, wippen
dar satisfacción a (v.)
dar sepultura (v.) (corps)
begraven (corps), bijzetten, ter ruste leggen, uitdragen
dar soporte ecomómico (v.)
betoelagen, bijhouden, bijstaan, bijvallen, dragen, onderhouden, ondersteunen, schragen, steunen, subsidiëren
dar su opinión de (v.)
dar su opinión sobre (v.)
dar su parecer de (v.)
dar su parecer sobre (v.)
dar término a (v.)
afbouwen, afkrijgen, afmaken, afronden, afwerken, bea aindigen, beëindigen, een einde maken aan, eindigen, finishen, gelukken, klaarkrijgen, klaarspelen, lukken, slagen, slagen in, voleinden, voleindigen, volledig maken, voltooien, volvoeren, voor elkaar krijgen
dar testimonio (v.)
dar todo (v.)
er tegenaan gaan (gemeenzaam), zijn steentje bijdragen
dar un bandazo (v.)
dar un beso (v.)
dar un bocado (v.)
dar un codazo (v.)
een stoot geven, porren, zachtjes aanstoten, zich een weg banen
dar un donativo (v.)
dar un empellón (v.)
dar un empujón (v.)
dar un golpe (v.)
een draai om de oren geven (gemeenzaam), een klap geven, een oorveeg geven, een oorvijg geven
dar un golpecito (v.)
dar un golpecito en (v.)
tikken op, tikken tegen, zachtjes kloppen op, zachtjes kloppen tegen, zachtjes tikken op, zachtjes tikken tegen
dar un guantazo (v.)
een draai om de oren geven (gemeenzaam), een klap geven, een oorveeg geven, een oorvijg geven
dar un lob (v.) (deporte)
dar un mate (v.) (deporte)
smashen (sport)
dar un navajazo (v.)
doodsteken, doorsteken, neersteken, overhoopsteken (gemeenzaam), snijden, steken, toesteken
dar un paseo (v.)
aan de wandel zijn, een ommetje maken, kuieren, rondwandelen, slenteren, wandelen
dar un paseo en barco (v.)
dar un paseo en bici (v.)
pedaleren, wielrijden (literary)
dar un paseo en bicicleta (v.)
pedaleren, wielrijden (literary)
dar un paseo en coche (v.)
dar un paseo en lancha (v.)
dar un paso hacia atrás (v.)
dar un porrazo (v.)
dar un portazo (v.)
dichtgooien, dichtklappen, dichtknallen (gemeenzaam), dichtkwakken, dichtslaan, dichtsmijten, dichtwerpen, in het slot vallen, toegooien, toeklappen, toeslaan, toesmijten
dar un puntapié (v.)
dar un puntapié (v.) (deporte)
poeieren (sport), punteren (sport), schieten, schoppen (sport), trappen (sport)
dar un puntapié a (v.)
dar un respingo (v.)
dar un rodeo (v.)
dar un smash (v.) (deporte)
smashen (sport)
dar un suspiro (v.)
dar un suspiro de alivio (v.)
dar un susto (v.)
dar un traspié (v.)
dar un viraje (v.)
draaien, keren, omdraaien, scherp zwenken, uitzwenken, wenden, zich buigen, zich krommen, zwenken
dar un vistazo a (v.)
aankijken, bekijken, beschouwen, bezien, blikken, doorkijken, doorlezen, een blik werpen op, een kijkje nemen, een vluchtige blik slaan op, een vluchtige blik werpen op, inkijken, inzien, kijk, kijken, kijken naar, loeken, overlezen, toekijken, toezien, vluchtig kijken, zijn blik richten op
dar una batida (v.)
dar una bofetada (v.)
een draai om de oren geven (gemeenzaam), een klap geven, een oorveeg geven, een oorvijg geven
dar una conferencia (v.)
dar una cuchillada (v.)
doodsteken, doorsteken, neersteken, overhoopsteken (gemeenzaam), snijden, steken, toesteken
dar una donación (v.)
dar una fricción (v.)
afwrijven, boenen, inwrijven, poetsen, schoonwrijven, schuren langs, strijken langs, strijken over, wrijven, wrijven langs, wrijven over
dar una guantada (v.)
een draai om de oren geven (gemeenzaam), een klap geven, een oorveeg geven, een oorvijg geven
dar una lección (v.)
afrossen, beurs slaan (gemeenzaam), bont en blauw slaan (gemeenzaam), een lesje leren, ranselen
dar una lección a (v.)
dar una mano por (v.)
dar una multa a (v.)
beboeten, bekeuren, een bekeuring geven, op de bon slingeren (informeel), prenten, verbaliseren
dar una navajada (v.)
doodsteken, doorsteken, neersteken, overhoopsteken (gemeenzaam), snijden, steken, toesteken
dar una ojeada a (v.)
aankijken, bekijken, beschouwen, bezien, blikken, een blik werpen op, een kijkje nemen, een vluchtige blik slaan op, een vluchtige blik werpen op, kijk, kijken, kijken naar, loeken, toekijken, toezien, vluchtig kijken, zijn blik richten op
dar una paliza
dar una paliza (v.)
afmaken, aframmelen, afranselen, afrossen, aftuigen (gemeenzaam), beuken, een pak slaag geven, inmaken, knuppelen, ranselen, verslaan
dar una patada a (v.)
dar una puñalada (v.)
doodsteken, doorsteken, neersteken, overhoopsteken (gemeenzaam), snijden, steken, toesteken
dar una respuesta afirmativa (v.)
dar una señal (v.)
beduiden, een sein geven, een teken geven, gebaren, wenken, wijzen
dar una vuelta (v.)
dar una vuelta de campana (vehículo) (v.)
dar una vuelta de campaña (v.)
dar una vuelta por (v.)
dar una vueltecita (v.)
dar valor a (v.)
dar vértigo (v.)
dar vida a (v.)
bezielen, leven geven aan, opkrikken, opvijzelen, verlevendigen
dar voces (v.)
gillen, roepen, schreeuwen, tekeergaan, tieren, uitgillen, uitschreeuwen, uitvallen tegen
dar vueltas (v.)
aftobben, denken, doedelen, doordenken, duizelen, echtbreken, fröbelen, knutselen, kolken, kronkelen, lanterfanten, leeglopen, lummelen, nadenken, omrollen, peinzen, piekeren, rollen, rondbanjeren, ronddraaien, rondhangen, rondlopen, rondlummelen, rondtollen, rondwentelen, rotzooien, slungelen, snel draaien, straatslijpen, tobben, treuzelen, vreemdgaan, wentelen, wervelen, zich bedenken, zich bezinnen, zitten
dar vueltas alrededor de (v.)
bewegen om, cirkelen om, draaien om, draaien rond, een baan beschrijven om, omcirkelen, omlopen, ronddraaien om
dar vueltas alrededor del eje (v.)
dar zancadas (v.)
no dar crédito a lo que se ve (v.)
no dar crédito a sus oídos (v.)
no dar igual a (v.)
Publicidad ▼
.de
.de
ver también
dar (v. trans.)
↘ canutazo, comunicación, comunicación telefónica, comunicador, comunicadora, comunicante, conferencia telefónica, dádiva, dádiva espléndida, dador, dadora, don, donador, donadora, donante, instigación, instigador, instigadora, llamada, llamada de teléfono, motor, telefonazo ≠ apropiarse, llevarse, quitar, tomar
Publicidad ▼
nombre de un à neuf (fr)[Classe]
cifra, dígito, guarismo, numeral, número — aantal, cijfer, figuur, getal, hoeveelheid, nummer[Hyper.]
de↕
à propos de, concernant, sur, au sujet de (fr)[Classe]
préposition marquant la cause (fr)[Classe]
[ étant donné que ] (fr)[Syntagme]
de (prep.)↕
qui contient qqch (fr)[ClasseHyper.]
de (prep.)↕
préposition (suite) (fr)[ClasseParExt...]
de (prep. poss.)↕
préfixe d'origine grecque (fr)[Classe]
sans (fr)[Caract.]
ne pas (être, faire, causer) (fr)[termes liés]
de- (préf.)↕
préfixe (fr)[Classe]
préfixe et suffixe d'origine latine (fr)[Classe]
(contrario), (agresión) — (tegengestelde; tegenovergestelde; tegendeel; tegenpool), (aanranding)[Thème]
préfixe d'origine latine (fr)[Classe]
(contrario), (agresión) — (tegengestelde; tegenovergestelde; tegendeel; tegenpool), (aanranding)[termes liés]
de- (préf.)↕
factotum (en)[Domaine]
UnilateralGiving (en)[Domaine]
giving (en) - cadeau, donatie, dotatie, gaaf, gave, geschenk, gift, presentje, schenking - donateur, donatrice, donor, geefster, gever, schenker, schenkster - aardigheid, aardigheidje, attentie, cadeautje, kleinigheid, kleinigheidje, present, presentje[Dérivé]
convidar, invitar, obsequiar[Hyper.]
dar↕
hacer correr; dispersar; propagar; hacer saber; publicar; difundir; divulgar[Classe]
manifest; display; express; show; evince (en)[Classe]
communicate (en)[Classe]
faire qqch (pour l'homme) (prop. courante) (fr)[ClasseParExt...]
faire avoir qqch de soi à qqn (fr)[Classe...]
rehang; displace; shunt; move (en)[Classe]
displacement (en)[Classe]
transport; transportation; transfer; transferral; conveyance; transit (en)[ClasseHyper.]
action de porter (fr)[Classe]
vehicle; means of conveyance; transportation; means of transport (en)[ClasseHyper.]
duct; epithelial duct; canal; channel (en)[ClasseHyper.]
radio et télévision : mode de télécommunication (fr)[Thème]
canjear; entregar en cambio; intercambiar; trocar; cambalachear[DomaineCollocation]
factotum (en)[Domaine]
Transfer (en)[Domaine]
Process (en)[Domaine]
Transportation (en)[Domaine]
enterprise (en)[Domaine]
anatomy (en)[Domaine]
BodyVessel (en)[Domaine]
telecommunication (en)[Domaine]
instrument (en)[Domaine]
despacho, envío, remisión - cambio de estado - business, business enterprise, commercial enterprise (en) - dirección, gerencia, management - instrumentality, instrumentation (en) - passage, passageway (en) - transmisión, trasmisión - communicating, communication (en) - comunicador, comunicadora, comunicante - mover (en)[Hyper.]
motion, move, movement (en) - movement (en) - mover, moving company, public mover, removal company, removal firm (en) - mover, removal man, remover (en) - movable, moveable, transferable, transferrable, transportable (en) - movable (en) - alargar, ceder, comunicar, dar, encauzar, entregar, pasar, pasar información, transmitir, traspasar - canalizar, cargar, conducir, encauzar, transmitir, transportar - transfer (en) - bring, convey, fetch, get (en) - carry, transport (en) - bring, convey, take (en) - send, ship, transport (en) - dirigir, guiar, maniobrar - canalizar, dirigir, encauzar - transport (en) - echar, enviar, enviar/mandar por correo, expedir, mandar, remitir - a freír espárragos mandar a alguien, a paseo mandar a alguien, despachar, echar, enviar, expedir, mandar, remitir - replantar, transplantar, transponer, trasplantar - cambiar, mudar, transbordar, transferir, transportar, trasladar, traspasar - mudarse, trasladar - transferir[Dérivé]
remove, transport (en)[Nominalisation]
commerce, commercialism, mercantilism, trade (en)[Desc]
move, throw (en)[Cause]
go, go along, locomote, move, travel (en) - plural, plural form (en)[Domaine]
diffuser une émission (fr)[Classe]
comunicar; participar[ClasseParExt.]
comunicar[ClasseParExt.]
telecommunication (en)[Domaine]
Communication (en)[Domaine]
cambiar de lugar, colgar en otro sitio, correr, desplazar, mover, trasladar[Hyper.]
transmission, transmittal, transmitting (en) - transmisión, trasferencia, trasmisión - acarreo, acarreto, conducción, paso, porte, transferencia, tránsito, transmisión, transportación, transportamiento, transporte, traspaso, viaje - conducción, transporte - canalización - medio de transporte, transporte - canal, tubo, vía - canal, medio - channel, communication channel, line (en) - remitente - transferer, transferrer (en)[Dérivé]
dar↕
factotum (en)[Domaine]
Planning (en)[Domaine]
initiate, pioneer (en)[Hyper.]
constitution, creation, establishment, formation, foundation, founding, institution, organisation, organization, setting up (en) - devising, fabrication, fashioning, making, modelling, shaping (en) - organisation, organization (en) - intrigue, machination (en) - organisation, organization (en) - contriver, deviser, planner (en) - preparative, preparatory, propaedeutic (en)[Dérivé]
dar↕
combattre (fr)[Classe]
se protéger (fr)[Classe]
effectuer une comparaison (fr)[Classe]
rencontrer (fr)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
IntentionalProcess (en)[Domaine]
actuar, hacer, llevar a cabo[Hyper.]
acceso, acercamiento, aproximación - confrontation, encounter, engagement (en) - avoidance, dodging, shunning, turning away (en)[Dérivé]
confront, face, face up, face up to, look, look straight in the eye (en)[Domaine]
combattre pour se défendre (fr)[Classe]
s'opposer à un adversaire (fr)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
SubjectiveAssessmentAttribute (en)[Domaine]
andar, correr, empezar a, empezar a hacer, emprender, ocuparse[Hyper.]
acarar con, acarear con, carear con, confrontar con[Domaine]
dar (v.)↕
faire vivre qqn ou un groupe de personnes (fr)[Classe]
faire manger qqn (fr)[Classe]
faire avoir qqch de soi à qqn (fr)[Classe]
faire naître un sentiment, un état affectif (fr)[Classe...]
convenir à qqch ou qqn (fr)[Classe]
munir (fr)[Classe...]
toffee; goodie; goody; sweet; candy; sweetie; snack; titbit; delicacy; sweetmeat (en)[Classe]
dessert et pâtisserie sucrés (fr)[Classe]
(ask; invite) (en)[Thème]
offrir (fr)[Thème]
gastronomy (en)[Domaine]
Giving (en)[Domaine]
give (en) - aliment, alimentation, food, nourishment, nutriment, nutrition, sustenance, victuals (en) - convidar, invitar, obsequiar[Hyper.]
provision, supply, supplying (en) - caterer (en) - breadwinner, provider, wage earner (en) - reserve, stock, store, supply (en) - agasajar, agasajar con, convidar, convidar a, convidar con, costear, dar, invitar, invitar a, obsequiar con, regalar, regalar con - dainty (en) - regalo[Dérivé]
fournir des aliments (fr)[Classe]
convidar; invitar[Classe]
réjouir (fr)[Classe]
satisfaire (fr)[Classe]
offrir (fr)[Classe]
dar (v.)↕
factotum (en)[Domaine]
realization (en)[Domaine]
cater, ply, provide, supply (en)[Hyper.]
satisfaction (en) - fulfillment, fulfilment (en) - satisfier (en) - fill (en) - acceptable, satisfactory (en) - not bad, satisfactory (en)[Dérivé]
dar (v.)↕
recevoir quelqu'un (fr)[Classe]
salutations (fr)[Classe]
accost, address, come up to (en)[Hyper.]
greeting, salutation (en) - greeter, saluter, welcomer (en) - bid, wish (en)[Dérivé]
plural, plural form (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
Communication (en)[Domaine]
saludar[Hyper.]
deseo, recuerdo, saludo[Dérivé]
dar (v.)↕
factotum (en)[Domaine]
agent (en)[Domaine]
effect (en)[Hyper.]
act, deed, human action, human activity (en) - action (en) - move (en) - action, activeness, activity (en)[Dérivé]
forbear, refrain (en)[Ant.]
factotum (en)[Domaine]
agent (en)[Domaine]
actuar, hacer, llevar a cabo[Hyper.]
dar (v.)↕
easy (en)[Classe]
qui peut devenir matériel (fr)[Classe]
qui peut être utilisé (fr)[Classe]
qui peut (ou doit) être (fr)[Classe...]
factotum (en)[Domaine]
causes (en)[Domaine]
building_industry (en)[Domaine]
capability (en)[Domaine]
beget, bring about, bring forth, engender, father, generate, get, mother, sire (en) - bring home the bacon, come through, deliver the goods, go places, hold up one's end, succeed, win, win through (en)[Hyper.]
animal, animate being, beast, brute, creature, fauna (en) - devising, fabrication, fashioning, making, modelling, shaping (en) - creature, wight (en) - piece of work, work (en) - executable, feasible, practicable, viable, workable (en)[Dérivé]
administer, apply, carry out, carry through, enforce, execute, implement, put into effect, put into practice, put through (en) - actualise, actualize, realise, realize, substantiate (en)[QuiPeutEtre]
open to, possible (en)[Similaire]
factotum (en)[Domaine]
Process (en)[Domaine]
causar, construir, crear, fabricar, obligar, realizar[Hyper.]
factible, practicable, práctico, realizable[Dérivé]
act, work (en)[Domaine]
dar (v.)↕
action de (ou fait d'être) (fr)[Classe...]
son de cloche (fr)[Classe]
(noise; sound), (amp; amplifier; booster), (volume) (en)[Thème]
cause to be perceived (en) - drums, percussion, percussion instrument, percussive instrument (en)[Hyper.]
noise, sound (en) - audio, sound (en) - cheep, sound (en) - sound (en) - gong (en) - chime, sound, strike (en)[Dérivé]
peal (en)[Nominalisation]
produire un son (fr)[Classe]
dar (v.)↕
déplacer qqch (fr)[Classe...]
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]
transmettre, faire parvenir qqch à qqch ou qqn (fr)[Classe]
personne chargée du transport de petits objets (fr)[Classe]
repartidor; repartidoa[ClasseHyper.]
commerce (en)[Domaine]
Giving (en)[Domaine]
channel, channelise, channelize, communicate, convey, hand, hand on, pass, pass on, transfer, transmit, transport (en) - human being, individual, mortal, person, sb, somebody, someone, soul (en) - dependienta, dependiente, empleado, oficial[Hyper.]
acarreo, acarreto, conducción, paso, porte, transferencia, tránsito, transmisión, transportación, transportamiento, transporte, traspaso, viaje - ceder, dar, desistir, despachar, entregar, hacer entrega de, librar, repartir, sacrificar - deliver, fork out, fork over, fork up, hand over, render, turn in, turn over (en)[Dérivé]
come, come up (en) - bring, convey, take (en)[Domaine]
bear away, bear off, carry away, carry off, steal up on, take away (en)[Ant.]
trasladar[Classe]
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]
post (en)[Domaine]
Transfer (en)[Domaine]
coger, ir a buscar, ir por, llevar, traer[Hyper.]
entrega, reparto - librador - recadero, repartidoa, repartidor[Dérivé]
dar (v.)↕
factotum (en)[Domaine]
IntentionalProcess (en)[Domaine]
UnilateralGiving (en)[Domaine]
communicate, intercommunicate (en) - speech act (en) - furnish, provide, render, supply (en)[Hyper.]
offer (en) - offer, proffer (en) - extend, offer (en) - extend, offer (en) - offer, volunteer (en) - offer, offer up (en) - offer, offering (en)[Dérivé]
factotum (en)[Domaine]
Expressing (en)[Domaine]
dar (v.)↕
récolte (fr)[Classe]
intérêt de l'argent placé, prêté (fr)[Classe]
business; turnover; returns (en)[Classe]
P_chose reçue (fr)[ClasseParExt.]
factotum (en)[Domaine]
Manufacture (en)[Domaine]
enterprise (en)[Domaine]
result (en)[Domaine]
metrology (en)[Domaine]
ConstantQuantity (en)[Domaine]
money (en)[Domaine]
CurrencyMeasure (en)[Domaine]
Process (en)[Domaine]
production (en) - income (en) - indefinite quantity (en) - create, make (en)[Hyper.]
creation, creative activity (en) - devising, fabrication, fashioning, making, modelling, shaping (en) - creation (en) - merchandise, product, ware (en) - commodity, produce, product, production (en) - brand, make (en) - maker, manufacturer, manufacturing business (en) - maker, shaper (en) - manufacturer, producer (en) - output (en) - generate, give, render, return, yield (en) - bear, pay, yield (en) - generate (en) - subscribe, subscribe to, take, take out a subscription (en)[Dérivé]
create, make (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
result (en)[Domaine]
crear, fabricar, hacer, producir[Hyper.]
producción, rendimiento - generation (en) - cosecha, fruto - caja, ganancias, ingresos, rédito, rendimiento, ventas - output, production, yield (en)[Dérivé]
give, yield (en) - establish, give (en)[Domaine]
dar (v.)↕
(faire) devenir autre une propriété (fr)[Classe...]
change; alter; modify (en)[ClasseHyper.]
sexuality (en)[Domaine]
Removing (en)[Domaine]
causes (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
Putting (en)[Domaine]
component, constituent, element (en)[Hyper.]
change (en) - adjustment, alteration, change, modification (en) - change (en) - alteration, change, modification (en) - changer, modifier (en) - change (en) - change (en) - alterable (en) - editable, modifiable (en) - add on (en) - ameliorate, amend, better, improve, improve on, meliorate (en) - add, bestow, bring, contribute, impart, lend (en)[Dérivé]
alter, change (en)[Cause]
donner une propriété nouvelle à (fr)[ClasseHyper.]
donner telle propriété (fr)[ClasseHyper.]
alterar, cambiar, cambiarse, modificar[Hyper.]
adición, suma[Dérivé]
dar (v.)↕
manifest; display; express; show; evince (en)[Classe]
communicate (en)[Classe]
faire qqch (pour l'homme) (prop. courante) (fr)[ClasseParExt...]
faire avoir qqch de soi à qqn (fr)[Classe...]
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]
faire avoir qqch de soi à qqn (sans notion de durée) (fr)[Classe]
à propos de, concernant, sur, au sujet de (fr)[Classe]
préposition marquant la cause (fr)[Classe]
leave behind; devise; bequeath; will; leave (en)[ClasseHyper.]
(list of books; bibliography), (literature) (en)[Thème]
factotum (en)[Domaine]
Giving (en)[Domaine]
Communication (en)[Domaine]
inform (en) - transmission (en) - conveyance, impartation, imparting (en) - gift, give, present (en) - say, state, tell (en) - transfer (en)[Hyper.]
narration, narrative, story, tale (en) - convey (en) - communicate, give, impart, inform, leave, let know, pass on (en) - give (en) - give (en) - testament, will (en) - giving (en) - delivery, distribution, handing over, handing-over, passage (en) - hand, manus, mitt, paw (en)[Dérivé]
bequest, legacy (en)[GenV+comp]
leave, leave behind (en)[Domaine]
disinherit, disown (en)[Ant.]
comunicar; participar[ClasseHyper.]
sujet (ce qui est soumis à la pensée) (fr)[Classe]
dar[ClasseHyper.]
information (fr)[DomaineCollocation]
factotum (en)[Domaine]
LinguisticCommunication (en)[Domaine]
contar, decir[Hyper.]
conveyance, impartation, imparting (en) - giving (en)[Dérivé]
abandonar, ceder, dejar, dejar en herencia, dejar por testamento, entregar, legar - give (en)[Domaine]
acercar, alcanzar, aproximar, ceder, comunicar, poner en manos de, transmitir, traspasar[Analogie]
dar (v. tr.)↕
effectuer une tâche, une action particulière (fr)[Classe...]
exercer le pouvoir sur (fr)[Classe]
(organizer; organiser), (organisation; organization), (organisation; organization) (en)[Thème]
recevoir des gens (fr)[Thème]
factotum (en)[Domaine]
leader (en)[Domaine]
administer, administrate, care, control, deal, govern, handle, manage, preside, regulate, run, steer (en) - direct (en) - manage, oversee, superintend, supervise (en)[Hyper.]
director, manager, managing director, superintendent (en) - directing, directional, directive, guiding (en) - lead (en) - leader (en) - big man, chief, head, head man, heavyweight, leading figure, top dog (en)[Dérivé]
act, move (en)[Cause]
organiser (fr)[Classe]
recevoir des gens (fr)[termes liés]
(espectáculo), (telespectador; televidente; observador), (público)[termes liés]
factotum (en)[Domaine]
SocialInteraction (en)[Domaine]
dirigir - administrar, capitanear, controlar, dirigir, encabezar, estar al frente de, liderar, llevar, presidir[Hyper.]
dar (v. tr.)↕
dar (v. tr.)↕
(emission; issue of shares), (give off; make out; issue; emit), (production) (en)[Thème]
electronics (en)[Domaine]
EngineeringComponent (en)[Domaine]
egress, egression, emergence (en) - electrode (en)[Hyper.]
emanate, exhale, give forth (en) - breathe, emit, pass off (en) - be given off, be released, emanate, escape (en) - discharge, emit, give away, give off, give out (en) - absorption (en) - absorbent, absorptive (en) - absorbable (en)[Dérivé]
electronic transistor, junction transistor, transistor, transistor radio (en)[Desc]
dar; trascender; arrojar; echar; despedir; exhalar; extender; emitir[ClasseHyper.]
factotum (en)[Domaine]
Radiating (en)[Domaine]
absorb, take in (en)[Ant.]
dar (v. tr.)↕
avoir pour effet (fr)[Classe...]
advise; counsel; rede (en)[ClasseHyper.]
insistent (en)[Classe]
qui manque de patience (fr)[Classe]
rapide (fr)[Classe...]
(meeting) (en)[DomaineCollocation]
factotum (en)[Domaine]
Directing (en)[Domaine]
SubjectiveAssessmentAttribute (en)[Domaine]
conseil (fr)[DomainJugement]
discuss, hash out, talk over (en) - force (en) - communicating, communication (en) - persuasion, suasion (en) - encouragement (en)[Hyper.]
advisement, deliberation, weighing (en) - advisee (en) - adviser, advisor, consultant, counsellor, counselor (en) - advocate, counsel, counsellor, counselor, counselor-at-law, pleader (en) - adviser, advisor, counsellor, counselor, mentor (en) - advisory (en) - advisable (en) - advisory, consultative, consultatory, consultive (en) - animate, bring to, exhort, get to, incite, induce, infuse, inspire, instigate, instigate to, press, put up to, spur on to, urge, urge on, urge on to, urge to (en) - bulldoze into, coerce, coerce into, compel, compel to, constrain, dragoon into, force, hale, impel, oblige, press into, press to, pressure, pressurise, pressurize, squeeze (en) - blackjack, blackmail, extort, pressure (en) - barrack, cheer, exhort, inspire, pep up, root on, stimulate, urge, urge on (en) - annoy, get at, goad, needle, pester, tease (en) - drive, egg on, incite, instigate, prod, urge on (en) - goad (en) - goad, spur (en) - spur (en)[Dérivé]
presser (fr) - bear on, hasten, press, push, speed up (en)[Qui~]
imperative (en) - encouraging (en)[Similaire]
excitar a; instigar a; incitar a; llevar a; inducir a; instigar; inspirar; dar; decir[ClasseHyper.]
intention et dessein (fr)[DomaineCollocation]
aconsejar, asesorar[Hyper.]
presión - exhortación - exhortación, incitación, instigación - acicate, aguijón, empujón, espuela, estímulo, golpecito, pinchazo - apremiante, urgente - exhortativo[Dérivé]
dar (v. tr.)↕
transmettre, faire parvenir qqch à qqch ou qqn (fr)[Classe]
donor (en)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
ChangeOfPossession (en)[Domaine]
Obligation (en)[Domaine]
grasps (en)[Domaine]
possesses (en)[Domaine]
Getting (en)[Domaine]
disposal, disposition (en) - share-out, sharing (en) - benefactor, benefactress, coadjutor, helper, sidekick (en)[Hyper.]
transfer, transference (en) - transferer, transferrer (en) - transferor (en) - give (en) - gift, give, present (en) - chip in, contribute, give, kick in, subscribe (en) - feed, give (en) - potentado, rica, ricacho, ricachón, rico - cachivaches, chismes, cosas, pertenencia, posesión, posesiones, propiedad, trastos[Dérivé]
displace, move, rehang, shunt (en) - figurar, representar[Domaine]
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[ClasseHyper.]
factotum (en)[Domaine]
Giving (en)[Domaine]
transferir[Hyper.]
giving (en) - obsequio, regalo - dador, dadora, donador, donadora, donante[Dérivé]
poseer, tener[Cause]
dar (v. tr.)↕
factotum (en)[Domaine]
Communication (en)[Domaine]
Declaring (en)[Domaine]
interact (en) - defrayal, defrayment, payment (en) - accord, allot, grant (en)[Hyper.]
communication (en) - communicating, communication (en) - intercommunication (en) - communicator (en) - communicative, communicatory, conversational (en) - give, render (en)[Dérivé]
give (en) - jurisprudence, law, legislation (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
Giving (en)[Domaine]
dar (v. tr.)↕
factotum (en)[Domaine]
causes (en)[Domaine]
furnish, provide, render, supply (en)[Hyper.]
give (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
causes (en)[Domaine]
ceder[Domaine]
dar (v. tr.)↕
factotum (en)[Domaine]
UnilateralGiving (en)[Domaine]
IntentionalProcess (en)[Domaine]
give, hand, hand back, hand down, hand up, pass, pass on, reach, turn over (en) - act, deed, human action, human activity (en) - cerebrate, cogitate, think (en) - apply, employ, exercise, process, use, utilise, utilize (en)[Hyper.]
abandonment, giving up, relinquishing, relinquishment (en) - discharge, release, waiver (en) - acquittance, quittance, receipt, release, voucher (en) - relinquishing, relinquishment (en) - forego, forfeit, forgo, give up, lose, throw away, throw overboard, waive (en) - give, sacrifice (en) - consecration (en) - cultism, devotion, idolatry, veneration (en) - allegiance, commitment, dedication, loyalty (en) - devotion (en) - dedication (en) - commitment, dedication (en) - dedication (en) - aficionado, buff, devotee, enthusiast, fan, lover (en)[Dérivé]
give (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
SubjectiveAssessmentAttribute (en)[Domaine]
liberar, renunciar[Hyper.]
pérdida[Dérivé]
devote, give, pay (en) - consagrar, consagrarse, dedicar, dedicarse, interesarse, sacrificar[Domaine]
dar (v. tr.)↕
find o.s. (en)[ClasseHyper.]
être (copule : lien nom/adj. ou nom/nom prédicatif). (fr)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
located (en)[Domaine]
factotum (en)[Domaine]
direction (en)[Domaine]
estar, haber[Hyper.]
dar (v. tr.)↕
tell; recount; relate; narrate (en)[Classe]
faire passer d'une place A à une place B (fr)[Classe]
(dynamic electricity; current electricity; current; power) (en)[termes liés]
transport (en)[Domaine]
Radiating (en)[Domaine]
bring, convey, take (en)[Hyper.]
transmission, transmittal, transmitting (en) - carry (en) - conductor (en) - transmission (en) - channel, transmission channel (en) - channel, communication channel, line (en) - carrier, carrier wave (en) - conduction, conductivity, heat conduction, heat conductivity, thermal conductivity (en) - conductor (en) - conductive (en)[Dérivé]
carry, convey, express (en) - carry (en)[Domaine]
raconter qqch de déjà dit (fr)[Classe]
dar (v. tr.)↕
Contenido de sensagent
computado en 0,873s
Publicidad ▼