Publicitad E▼
desestimar (v.)
niet ontvankelijk verklaren, afkeuren, van de hand slaan, van de hand wijzen, afstemmen, niet toelaten, verbieden, veteren, droogleggen, ignoreren, negeren, opzijzetten, wegcijferen, afpoeieren, wegdrukken, wegwuiven, terzijde schuiven, buiten beschouwing laten, niets te maken hebben met, schimpen, afweren, afstoten, afwijzen, verwerpen
Publicidad ▼
Ver también
desestimar (v.)
↘ denegación ≠ aceptar, admitir, apreciar, conceder, considerar, estimar, respetar, suponer, valorar
desestimar (v.)
desestimar (v.)
estimar, juzgar, opinar, pronunciar sentencia sobre[Hyper.]
rechazo, repulsión - rejective (en)[Dérivé]
aceptar[Ant.]
desestimar (v. tr.)
denegar; rechazar; rehusar[Classe]
rejeter, ne pas inclure (fr)[Classe]
desestimar (v. tr.)
ne pas considérer comme important (qqch) (fr)[ClasseHyper.]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,032s