Publicitad R▼
imitar (v.)
kopia aren, nabootsen, imiteren, navolgen, nabauwen, naspelen, kopiëren, nadoen, naäpen, calqueren, overhalen, overtekenen, overtrekken, uitlezen, spieken, afkijken, dupliceren, fotokopiëren, namaken, overpennen, overschrijven, uitgeven voor zich, mimen, playbacken, door gebaren uitdrukken
Publicidad ▼
Ver también
imitar (v. trans.)
↘ copiado, falsificación, farsante, imitación, impostor, mimetización, remedo, similor, traslación
imitar (v.)
imitar (v.)
imitar (v.)
imitar (v.)
imitar (v. tr.)
imitar (v. tr.)
se montrer hypocrite (fr)[Classe]
imiter parodiquement (fr)[Classe]
imitar (v. tr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s