Definición y significado de INCENDIO

incendiar (v.)

brandstichten, in brand steken, ontsteken, doen ontbranden, doen ontvlammen, branden, verbranden, afbranden, platbranden, wegbranden

incendio (n.)

uitslaande brand, brand, fik, vuur, vlammenzee, vuurzee

incendio (n.)

brand

a prueba de incendio (adj.)

brandveilig

boca de incendio (n.)

brandkraan

foco de un incendio (n.)

brandhaard, vuurhaard

incendio forestal (n.)

bosbrand

incendio intencionado (n.)

brandstichting

incendio premeditado (n.)

brandstichting

manguera de incendio (n.)

brandslang, brandspuit, waterspuit

seguro contra incendio (n.)

brandassurantie, brandverzekering

Incendio

Brand (vuur)