Definición y significado de INDIRECTA

indirecto (adj.)

indirect, ontwijkend, onrechtstreeks, meewerkend, indirekt, kronkelend, slinks

indirecta (n.)

insinuatie, toespeling, inlichting, hint, wenk, vingerwijzing, indicatie, indikatie, aanwijzing, aanduiding, tip

complemento indirecto (n.)

indirect object  (linguïstiek), indirekt objekt  (linguïstiek), meewerkend voorwerp  (linguïstiek)

complemento indirecto (n.) (lingüística)

indirect object  (linguïstiek), indirekt objekt  (linguïstiek), meewerkend voorwerp  (linguïstiek)

impuesto indirecto (n.)

indirecte belasting, indirekte belasting

objeto indirecto (n.) (lingüística)

indirect object  (linguïstiek), indirekt objekt  (linguïstiek), meewerkend voorwerp  (linguïstiek)

sufragio indirecto (n.)

getrapte verkiezing

decir una indirecta (v.)

alluderen op, een toespeling maken op, een zinspeling maken op, zinspelen op

polinización indirecta (n.) (biología)

kruisbestuiving  (biologie)

soltar una indirecta (v.)

alluderen op, een toespeling maken op, een zinspeling maken op, zinspelen op