Definición y significado de LAST

fit (en)[Hyper.]

zwaluwstaart[Dérivé]

sluiten[Cause]

aaneensluiten, aansluiten, bijschuiven, invoegen[Hyper.]

welding (en) - las, lasnaad - welded assembly, weldment (en) - lasapparaat, lasser[Dérivé]

vermengen[Domaine]

souder (fr)[Classe]

aaneensluiten, aansluiten, bijschuiven, invoegen[Hyper.]

soldering - lasser - soldeer, soldeersel, soldeertin[Dérivé]

assembler des choses (fr)[Classe]

rendre solidaire pour connecter des objets (fr)[Classe]

canalisation (fr)[termes liés]

linkage (en) - contact, kroonsteentje, steentje - schakel, schalm - schakel, schalm - samenhangend[Dérivé]

afkoppelen, loskoppelen, ontkoppelen[Ant.]

stoornis[Hyper.]

bekvechten, ergeren, iemand ergeren, iemand lastig vallen, lastigvallen, moeilijkheden bezorgen, storen - ergeren, moeite bezorgen, mogen vragen, ongerief bezorgen[Dérivé]

strafwerk[ClasseHyper.]

belasting, drang, gewicht, molensteen[Hyper.]

in de maag splitsen, op de hals schuiven, opleggen[Dérivé]

chargement d'un véhicule (chose, résultat) (fr)[Classe]

artikel, goederen, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopwaar, spul, vrachtgoed, vrachtgoederen, waar, winkelwaar[Hyper.]

beladen, belasten, bevrachten, laden, omladen, opladen - belasten, bevrachten, drukken, inladen, laden, opladen - laden - verladen[Dérivé]

lading; belasting; last[ClasseHyper.]

chose que l'on porte avec peine (fr)[Classe]

moeilijkheid; moeite; moeilijkheden[Classe]

moeilijkheid; moeite; moeilijkheden[Classe]

ontreddering; verwarring; wanorde[Classe]

onaangenaamheid; ongemak; ongerief; ongeriefelijkheid; ongerieflijkheid[Classe]

gesteldheid, hoedanigheid, staat, standing, status, voorwaarde[Hyper.]

beschamen, van zijn stuk brengen, verlegen maken, verontrusten - ergeren, vervelen[CeQui~]

dienst, plicht, taak - expeditie, lijkbezorging, onderneming, opdracht, opgaaf, opgave, project, taak, uitvaartverzorging, werklast[Hyper.]

afvaardigen, delegeren, deputeren, gedeputeerd, opdragen[Dérivé]

chargement d'un véhicule (chose, résultat) (fr)[Classe]

large indefinite amount, large indefinite quantity (en)[Hyper.]

artefact[Hyper.]

belasten, drukken, verzwaren[Dérivé]

belasting, drang, gewicht, molensteen[Hyper.]

archaïsme[Domaine]

druk[Classe]

(lading; belasting; last)[termes liés]

sportuitrusting[Hyper.]

rechtsregel; rechtsorde; rechtsstelsel[Classe]

uitvoering[Hyper.]

in de maag splitsen, op de hals schuiven, opleggen - aanslaan, belasten, fiscaliseren, heffen[Dérivé]