Publicitad E▼
papeles (n.) (jurisprudencia)
papel (n.)
taak, papier, partij, rol, functie, emplooi, paper, velletje, blad, blad papier, vel, vel papier, blaadje, papiertje, claus, dienst, plicht
papel ()
aandeel, contributie, inbreng, lidmaatschapsgeld, bijdragen, bijdrage, deel, rol
cesto de los papeles (n.)
papierbak, papieremmer, papiermand, prullenbak, prullenmand, scheurmand
distribución de los papeles (n.)
papeles viejos (n.)
bloc de papel de escribir (n.)
aantekenboek, aantekenboekje, blocnote, bloknoot, kladblok, kladboek, notitieboekje, opschrijfboekje, schrijfblok
copia a papel carbón (n.)
de papel (adj.)
desempeñar un papel en (v.)
fábrica de papel (n.)
hacer su papel (v.)
hoja de papel (n.)
blaadje, blad, blad papier, papier, papiertje, vel, velletje, vel papier
hoja de papel secante (n.)
hojita de papel de fumar (n.)
sigarettenpapier, sigarettenvloei, vloei, vloeipapier, vloeitje
interpretar un papel teatral (v.)
mano de papel (n.)
pañuelo de papel (n.)
papel aéreo (n.)
papel borrador (n.)
papel carbón (n.)
carbon, carbonpapier, doorschrijfpapier, doorslagpapier, karbon, karbonpapier, kooldrukpapier, overdrukpapier, waspapier
papel cebolla (n.)
calqueerpapier, carbon, carbonpapier, doorschrijfpapier, doorslagpapier, kalkeerpapier, karbon, karbonpapier, kooldrukpapier, natrekpapier, overdrukpapier, overtrekpapier, planpapier, uienschil, uieschil, waspapier
papel central (n.)
papel crepé (n.)
papel de aluminio (n.)
aluminiumfolie, Aluminiumfolie, bladaluminium, bladtin, foelie, folie, staniol, stanniool, tinfoelie, tinfolie, zilverpapier
papel de añafea (n.)
papel de arroz (n.)
papel de calco (n.)
papel de carta (n.)
briefpapier, bureaubehoeften, correspondentiepapier, kantoorbehoeften, kantoorbenodigdheden, memo, memoblaadje, postpapier, schrijfbehoeften, schrijfbenodigdheden, schrijfgarnituur, schrijfgereedschap, schrijfgerei, schrijfpapier, schrijfwaren
papel de cartas (n.)
papel de cocina (n.)
papel de comparsa (n.)
papel de dibujo (n.)
papel de embalar (n.)
papel de envolver (n.)
papel de escribir (n.)
papel de estaño (n.)
aluminiumfolie, bladaluminium, bladtin, degen, foelie, folie, staniol, stanniool, tinfoelie, tinfolie, zijdgeweer, zilverpapier
papel de estraza (n.)
armring, hennep, inpakpapier, kaftpapier, manilla, manillasigaar, pakpapier
papel de figurante (n.)
papel de filtro (n.)
papel de fumar (n.)
sigarettenpapier, sigarettenvloei, vloei, vloeipapier, vloeitje
papel de lija (n.)
glaspapier, polijstpapier, roestpapier, schuurdoek, schuurlinnen, schuurpapier
papel de plata (n.)
papel del Estado (n.) (trade)
staatsfonds (handel), staatspapier (handel)
papel higiénico (n.)
closetpapier, klosetpapier, pleepapier, toiletpapier, w.c.-papier, wc-papier, WC-papier
papel moneda (n.)
papel pintado (n.)
papel principal
papel principal (n.)
papel reciclado (n.)
papel secante (n.)
onderlegger, onderligger, sousmain, vloeiblad, vloeiblok, vloeimap, vloeipapier, vloeitje
papel secundario (n.)
papel tamaño folio (n.)
papel usado (n.)
papel vitela (n.)
trasladar al papel (v.)
Publicidad ▼
Papel
Papier
Ver también
papel (n.m.)
↘ de papel
Publicidad ▼
papeles (n.)
papeles (s. pl.) [jurisprudencia]
lectura, material de lectura, pasto de lectura[Hyper.]
Bretaña, Gran Bretaña[Domaine]
papeles (s. pl.) [jurisprudencia]
papel
cogestión; participación[Classe]
papel (n.)
papel (n.)
trabajo[Hyper.]
papel (s.)
material[Hyper.]
empapelar - empapelar - papery (en) - como de papel, parecido al papel[Dérivé]
papel (s.)
parte; papel[ClasseHyper.]
papel (s.)
deber, función, obligación, papel[Hyper.]
ejercer, oficiar - officiate (en)[Dérivé]
papel (s.)
papel (s.)
carilla; folio; plana; página[Classe]
cuartilla; pliego; hoja; hoja de papel[ClasseHyper.]
feuille de papier à écrire (fr)[ClasseHyper.]
papel[Hyper.]
Contenido de sensagent
computado en 0,047s