Definición y significado de POZO

pozo (n.)

bron, koker, schacht, wel, waterput, welput, put, mijnschacht, boorput, afvoerput

pozo ()

diep gedeelte van een rivier

pozo artesiano (n.)

artesische put

pozo de acceso (n.)

mangat, schuttersput, schuttersputje

pozo de gas (n.)

aardgasbel, gasbel, gasbron, gasveld

pozo de los deseos (n.)

toverput

pozo de petróleo (n.)

oliebron

pozo de registro (n.)

mangat, schuttersput, schuttersputje

pozo de tirador (n.)

mangat, schuttersput, schuttersputje

pozo de una mina (n.)

mijnschacht, opvoerschacht

pozo negro (n.)

beerput, kiepelton

Pozo

Waterput