Publicitad D▼
⇨ definición de aandeel (Wikipedia)
Publicidad ▼
aandeel (n.)
actie, deelname, deelneming, interest, inzet, opkomst, rente, tegemoetkoming
aandeel (n. neu.)
bijdrage, bijdragen, contributie, deel, effect, fonds, gift, inbreng, lidmaatschapsgeld, part, rol, schenking
aandeel (n. neu.) (handel)
Ver también
aandeel (n. neu.)
Publicidad ▼
⇨ Aandeel van derden • Certificaat van aandeel • Gouden aandeel • Pay out ratio per aandeel • Payout ratio per aandeel • Winst per aandeel
aandeel (n.)
aandeel (n.) [handel]
aandeel; aandeelbewijs; aandeelhoudersbewijs; actie; stuk[ClasseHyper.]
partie du capital d'une entreprise (fr)[Classe]
(stille vennootschap; vennootschap en commandite; Commanditaire Vennootschap; C.V.)[termes liés]
achetable - vendable (fr)[Caract.]
aandeel, effect, fonds[Hyper.]
B.V., BV, BVBA - particulier bedrijf, particuliere onderneming[Thème]
aandelen[Desc]
aandeel (n.)
aandeel (n.)
aandeel (n.)
Descripteurs EUROVOC (fr)[Thème]
aandeel (n.)
aandeel (n.)
div., dividend, winstaandeel[Hyper.]
Verenigd Koninkrijk[Domaine]
aandeel (n.)
assistent; onderzoeksassistent[Classe]
tegemoetkoming; opkomst; deelname; deelneming[ClasseHyper.]
aandeel, deel, part[Hyper.]
Wikipedia
Effecten | |
Effecten |
|
Derivaten |
|
Obligatie per coupon |
|
Bijzondere obligaties |
|
Een aandeel is een waardepapier dat een aantal rechten met betrekking tot een vennootschap geeft. Alle aandeelhouders samen kunnen economisch gezien als eigenaren van de vennootschap worden beschouwd, hoewel ze dat strikt juridisch gezien niet zijn. Een aandeel geeft zeggenschap in de onderneming en men kan winstuitkeringen in de vorm van dividend ontvangen. Een aandeel kan verhandelbaar zijn op een effectenbeurs, maar dit is niet noodzakelijk.
Inhoud |
Reeds in de Romeinse tijd werden onderhands aandelen uitgegeven aan financiers. De eerste officiële uitgifte van verhandelbare aandelen vond plaats in 1606 in Amsterdam. De Verenigde Oost-Indische Compagnie gaf aandelen uit om haar kapitaalintensieve maritieme activiteiten te financieren. Met deze aandelenemissie ontstond de eerste effectenbeurs van de wereld. De eerste aandelen werden in de kantoren van de VOC zelf verhandeld. Van de allereerste aandelenuitgifte zijn nog maar weinig originele stukken bewaard gebleven. Tot voor kort gold een 'aandeel' van de VOC-kamer Amsterdam van 27 september 1606 als het oudste aandeel ter wereld. Dat document is in handen van een groep Duitse beleggers, die het voor een astronomisch bedrag te koop aanbieden. Hoe dit exemplaar in Duitsland terecht is gekomen, is overigens onduidelijk. Zeker is dat het omstreeks 1980 nog in het Stadsarchief Amsterdam berustte. Onlangs werd in het Westfries Archief te Hoorn een ‘aandeel’ ontdekt van 9 september 1606. Dat werd uitgegeven door de VOC-kamer Enkhuizen en staat op naam van ene Pieter Harmensz. Hij kreeg het aandeel als bewijs van zijn laatste termijnbetaling van zijn investering van 150 gulden. Deze werd bijgeschreven in het Grootboek van de VOC-kamer Enkhuizen. Deze oudste vorm van verhandelbare aandelen zijn eigenlijk een soort kwitanties (Zie ook www.oudsteaandeel.nl of www.worldsoldestshare.com).
Kleine aandeelhouders haakten al snel af door de duur van het eerste succes[bron?]. Zo kwam de VOC snel in handen van enkele rijke families. Het allereerste dividend werd niet uitgekeerd in geld, maar in natura van de opbrengst. Deze eerste aandelen van de VOC zijn voor historici erg interessant omdat er relatief veel documentatie beschikbaar is over onder meer de regelgeving met betrekking tot onder meer financiële derivaten, short posities en de effectenhandel. De grootste aandeelhouder van het eerste uur was de uit Vlaanderen afkomstige koopman Isaac le Maire met een investering van 97.000 gulden.
Aandelen geven geen recht op een vaste uitkering zoals rente, zoals dit wel het geval is bij obligaties. Het rendement op aandelen bestaat uit twee onderdelen: eventuele waardestijging van het aandeel en het periodiek uit te keren deel van de winst van de onderneming, het dividend. De waardestijging van de aandelen door een oplopende aandelenprijs is onzeker en kan ook omslaan in verlies. Om het rendement van de waardestijging van de aandelen te realiseren moet men de aandelen eerst verkopen op de effectenbeurs. Het dividend is het bedrag dat een bedrijf aan zijn aandeelhouders uitkeert uit de in een jaar gerealiseerde winst. Het dividend is in de regel stabiel, maar niet gegarandeerd als de onderneming in moeilijke tijden terecht komt.
Hoewel aandelen geen vaste of nominale waarde hebben, kan men de oorspronkelijke waarde ervan op het document vermelden, doch dit heeft slechts een historische betekenis. Als deze waarde vermeld staat, vindt men deze terug in de rubriek "kapitaal" van de rekeningen van het bedrijf. Over het lange termijn rendement op aandelen gecorrigeerd voor inflatie bestaat veel debat. De Amerikaanse econoom Jeremy Siegel schat het gemiddelde historisch rendement op aandelen over de afgelopen 200 jaar op ongeveer 6,5 tot 7 procent na correctie van de inflatie[1].
De aandelen van één bedrijf kunnen op meerdere beurzen tegelijk verhandeld worden. Voorbeeld hiervan is de Belgisch-Franse bankverzekeringsgroep Dexia, genoteerd op Euronext Parijs en Brussel, de Nederlandse bankverzekeraar ING, genoteerd in Amsterdam en in New York, of het vroegere Petrofina, vroeger genoteerd te Brussel en te New York. Het aandeel Royal Dutch Shell is wel op 3 beurzen tegelijk verhandelbaar: Wallstreet, de Londense FTSE en de Amsterdamse AEX op Beursplein 5.
Om de handel tussen de beurzen te vereenvoudigen is mede door BINCK-Bank een handelsplatform opgericht om na te gaan op welke beurs de beste prijs voor een effectenorder kan worden verkregen[2].
Besloten vennootschappen kennen een verplichte blokkeringsregeling. Een aandeelhouder mag hierdoor niet zomaar zijn aandelen aan derden overdragen, en nieuwe aandelen mogen niet zomaar aan het publiek worden uitgegeven. Meestal houdt de regeling in dat aandelen eerst aan bestaande aandeelhouders moeten worden aangeboden, of de bestaande aandeelhouders nieuwe aandeelhouders moeten goedkeuren.
Het zelf inkopen van aandelen door de vennootschap is meestal niet toegestaan of slechts toegestaan onder zeer stringente voorwaarden. Omdat dit zou betekenen dat het bestuur zelf in de AVA mag stemmen en invloed op eigen benoeming en ontslag kan uitoefenen, mag in zo'n geval meestal met zelf ingekochte aandelen niet worden gestemd.
De waarde van een aandeel is in principe afhankelijk van de onderliggende onderneming. Uitgangspunt is in principe de nominale waarde van het aandeel, het bedrag waarvoor bij uitgifte voor het aandeel betaald moest worden, en dat in de statuten vermeld staat. De gezamenlijke nominale waarde van alle aandelen vormt het aandelenkapitaal, dat aanvankelijk ook de intrinsieke waarde en het eigen vermogen van de onderneming is. Wanneer de onderneming winst maakt neemt hiermee het eigen vermogen toe, en dus de waarde van de aandelen. Bovenop de nominale waarde ontstaat nu een agio. Behalve winsten die in de onderneming blijven, kan ook goodwill de waarde beïnvloeden. Negatieve invloed op de waarde hebben verliezen en dividenduitkeringen.
Wanneer het aandeel genoteerd is, zal regelmatig gehandeld worden in het aandeel, en zal de wet van vraag en aanbod gelden. De prijs van het aandeel, nu aangeduid als koers, is hierdoor vaak volatieler dan niet genoteerde aandelen. Gepubliceerde jaarcijfers, toekomstverwachtingen en berichtgeving over de onderneming (zowel positief als negatief) kunnen de koers (sterk) beïnvloeden. Het is zelfs mogelijk dat de waarde van het aandeel door een algeheel negatief sentiment worden beïnvloed, ook als de onderneming goed presteert.
Een hoge koers is in een beursonderneming in het belang van de directie, omdat ze hierop worden afgerekend. De beurs geeft hen als het ware publiekelijk een rapportcijfer voor hun functioneren. Bovendien krijgen zij meestal aandelenopties als een deel van hun beloning, die uiteraard pas waardevol zijn bij een hoge koers. Ook managers ontvangen vaak opties of aan de koers gerelateerde bonussen. Anderzijds is een lage koers gevaarlijk, omdat het een onderneming kwetsbaar maakt voor een overname. Meestal zal de overnemende partij bovendien het management zuiveren.
Wanneer er ideeën bestaan voor bedrijfsvoering, maar er is geen geld om het idee tot uitvoer te brengen, kan de eigenaar proberen naar een bank te stappen om daar geld te lenen. Voor zo'n lening wil een bank echter garanties, of een hogere dan de gangbare marktrente als vergoeding voor het risico. Alternatief kan het bedrijf aandelen uitgeven en zo proberen mensen die enthousiasme voor het idee delen, mee te laten betalen aan de uitvoering. Deze mensen zijn vaak bereid om enige tijd te wachten voordat ze een rendement op hun geld zien. Soms wordt er naar dit soort startgeld verwezen als durfkapitaal. Dit laatste is vooral het geval bij bedrijven die nog geen trackrecord hebben; dat wil zeggen dat ze nog geen aantoonbare rendementen hebben gerealiseerd, zodat het risico veel hoger ligt dan bij een gevestigd en bekend bedrijf. In een nog vroeger stadium, wanneer het gaat om de financiering van een idee, waarmee een bedrijf als zodanig nog in een opstartfase is, spreek men over 'seed-kapitaal'. De risicograad hiervan is beduidend hoger dan in het voorgaande geval.
Meestal kleven aan de uitgifte van (nieuwe) aandelen wel een aantal formaliteiten. De meeste jurisdicties verlangen tussenkomst van de notaris, met name als het aandelenkapitaal verhoogd moet worden. Bij notering of publieke uitgifte wordt vaak een emissieprospectus geschreven, dat in veel gevallen eveneens aan effectenrechtelijke wetgeving en de regels van de effectenbeurs moet voldoen. Veel landen verlangen bovendien een kapitaalbelasting van enkele basispunten van het bijeengebrachte kapitaal. Bij miljoenenemissies kan dit fors oplopen.
Aandelen geven recht op een dividend. Dit is een deel van de winst van de onderneming, hoewel ondernemingen ook dividend kunnen uitkeren uit de reserves als het bedrijf geen winst maakt. De dividenduitkering is geen verplichting en de hoogte wordt vastgesteld door de aandeelhouders, het bestuur, of beiden. Ondernemingen streven er doorgaans naar om het dividend stabiel of licht stijgend te houden. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van het rendement op aandelenbeleggingen door dividenduitkeringen behaald wordt.
Naast dividend heeft de aandeelhouder stemrecht op de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Belangrijke keuzes van het bestuur van de onderneming, zoals fusies en overnames, moeten worden goedgekeurd door de aandeelhouders. Ook kunnen aandeelhouders bestuursleden wegstemmen of nieuwe onderwerpen op de agenda laten zetten[3]. Een bijzondere vorm van aandelen zijn certificaten van aandelen. Een certificaat staat voor een aandeel, maar de certificaathouder heeft geen stemrecht op de aandeelhoudersvergadering. Het stemrecht is dan in handen van een administratiekantoor. Deze constructie met certificaten is in het leven geroepen als bescherming tegen ongewenste overnames, en raakt steeds meer uit de gratie.
Het aandeel kan ook een inschrijvingsrecht genereren. Dit is een voorrang bij het uitgeven van nieuwe aandelen, wanneer deze worden uitgegeven. Dit recht kan opgeheven worden door de vergadering van de aandeelhouders. Wenst de aandeelhouder niet aan de kapitaalverhoging deel te nemen, kan zijn inschrijvingsrecht verkocht worden, zo dit in het prospectus is voorzien.
Vaak hoort men abusievelijk dat de aandeelhouders eigenaar van de onderneming zijn. Dit wordt verder in de hand gewerkt door termen als 'Ultimate Beneficial Owner' en 'economisch eigenaar'. Juridisch gezien is de aandeelhouders slechts eigenaar van het aandeel en daarmee gerechtigd tot stemmen, dividend en het ontvangen van informatie. De vennootschap is een rechtspersoon, geldt juridisch als een apart subject, heeft een eigen vermogen en kan net als een natuurlijk persoon niet iemand anders' eigendom zijn.
Een eveneens regelmatig gemaakte fout is de theorie dat een meerderheidsaandeelhouder volledige controle over de onderneming heeft. Indien men de meerderheid van de aandelen bezit heeft men wel veel invloed op het beleid, maar niet de volledige controle. Het bestuur van de onderneming dient namelijk de belangen van alle aandeelhouders na te streven. Indien een bestuur onder druk van een meerderheidsaandeelhouder deze bevoordeelt ten koste van andere aandeelhouders is er sprake van wanbeleid en strafbaar handelen. Wel kan in Nederland een meerderheidsaandeelhouder, bij een aandelenbelang van 95%, minderheidsaandeelhouders gedwongen uitkopen.
Verder mag een aandeelhouder de bestuurders geen instructies geven. Zij hebben bij de wet en vaak bij statuten bepaalde rechten, waaronder benoeming en ontslag van bestuurders. Diezelfde wet (en vaak ook de statuten) kennen de bestuurders echter op bepaalde terreinen beleidsvrijheid toe waarbij zij autonoom mogen handelen. Wanneer de aandeelhouders het niet eens zijn met dit beleid kunnen ze weliswaar het bestuur ontslaan, maar voorhand genomen besluiten blijven geldig en instructies mag het bestuur naast zich neer leggen. Wanneer dit de vennootschap benadeelt of strijdig is met het recht, moeten ze dat zelfs.
De AvA heeft echter wel het recht de bestuurders (en eventueel commissarissen) te allen tijde te ontslaan; indirect heeft de AvA daarmee toch de hoogste zeggenschap.
Referenties
|
Zie de categorie Stock certificates van Wikimedia Commons voor meer mediabestanden. |
Contenido de sensagent
computado en 0,047s