Publicitad R▼
aanstoten (v. trans.)
aanbotsen, aanbotsen tegen, aanlopen tegen, aanporren, aanstoten tegen, aanvaren, bonken, botsen, botsen op, botsen tegen, caramboleren, dronk, feestdronk, heildronk, inlopen, klinken, oplopen tegen, proosten, rammen, stoten, toast, toasten, toedrinken, toost, toosten, zich stoten aan
Publicidad ▼
Ver también
Publicidad ▼
aanstoten (v.)
zachtjes aanstoten[Hyper.]
duwtje, por[Dérivé]
aanstoten (v. tr.)
heurter un obstacle (fr)[Classe]
douleur et souffrance (fr)[DomaineCollocation]
aanstoten (v. tr.)
zachtjes aanstoten[Hyper.]
elleboog[Dérivé]
aanstoten (v. tr.)
petit discours de circonstance (fr)[Classe]
action, fait de boire (fr)[Classe]
Contenido de sensagent
computado en 0,031s