Publicitad R▼
aantonen
aangeven, aanwijzen, bewijzen, demonstreren, laten zien, onderbouwen
aantonen (v.)
bewijzen, demonstreren, hardmaken, het bewijs leveren van, laten zien, staven, uitwijzen, vaststellen, waarmaken
aantonen (v. trans.)
bewijzen, blijk geven van, demonstreren, de werking tonen van, getuigen, getuigen van, getuige zijn bij, hardmaken, manifesteren, openbaren, staven, voordoen
Publicidad ▼
Ver también
aantonen (v. trans.)
↘ aanbeveling, aanprijzing, aantoonbaar, aanwijsbaar, attest, betoon, bewijsbaar, getuigschrift, testimonium
aantonen (v.)
↘ bewijs, bewijsgrond, blijk, staving ≠ de onwaarheid aantonen van, ontzenuwen, weerleggen
Publicidad ▼
aantonen (v.)
certifier (fr)[Classe]
expliquer (fr)[Classe]
(redenatie; redenering; gedachtengang), (subtiliteit; spitsvondigheid), (gevolgtrekking)[termes liés]
aantonen (v. tr.)
indiceren; aanwijzen; aangeven; aanduiden[Classe]
(getuige), (betuiging)[termes liés]
aantonen (v. tr.)
démontrer mathématiquement (fr)[Classe]
aantonen (v. tr.)
aantonen, bewijzen, blijk geven van, getuigen, getuigen van, getuige zijn bij, hardmaken, staven[Hyper.]
bewijs, blijk, getuige, getuigenis, proef, proefje, proeve, teken - eedaflegging - bevestiging, diplomering, documentatie, documentatiemateriaal, verklaring - manifestatie - manifestatie, uiting - demonstrative, illustrative (en)[Dérivé]
attest (en)[Domaine]
Contenido de sensagent
computado en 0,047s