Publicitad D▼
aanvaarden
aanpakken, accepteren, berusten, nemen, ondernemen, op zich nemen, slikken
aanvaarden (v.)
aannemen, bestijgen, geloven, honoreren, inwilligen, toestemmen
aanvaarden (v. trans.)
aannemen, aanvaarding, accepteren, belasten, instemmen, nemen, op zich nemen, pikken, toestemmen, verplichten, vreten
Publicidad ▼
Ver también
aanvaarden (v. trans.)
↘ aannemelijk, aanneming, aanvaardbaar, aanvaarding, acceptabel, acceptatie, accepteren, inwilliging, redelijk ≠ afschieten, afslaan, afstoten, afwijzen, bedanken, ontzeggen, refuseren, verdommen, verdraaien, verrekken, vertikken, weigeren
aanvaarden (v.)
croire (fr)[Classe]
aanvaarding, acceptatie, geloof - woordbetekenis - acceptation (en) - acceptant, acceptive (en)[Dérivé]
aanvaarden[Domaine]
aanvaarden (v. tr.)
acceptable (en) - acceptable, satisfactory (en)[Dérivé]
aanvaarden (v. tr.)
permettre (autoriser) (fr)[Classe]
dire oui (fr)[ClasseHyper.]
condition indispensable à l'existence d'un fait (fr)[DomaineCollocation]
contrat (fr)[DomaineCollocation]
antwoorden, reageren, reageren op, zich verzetten tegen - doorlaten, dulden, laten, toelaten, toestaan, tolereren[Hyper.]
aanvaarding, acceptatie, adoptie, bijval, weerklank - bereidverklaring, instemming, toestemming - acceptation (en)[Dérivé]
afslaan, bedanken, ontzeggen, refuseren, verdommen, verdraaien, verrekken, vertikken, weigeren[Ant.]
aanvaarden (v. tr.)
aanvaarden (v. tr.)
aanvaarden (v. tr.)
belast zijn met; aansprakelijk zijn voor; verantwoording dragen voor; verantwoordelijk zijn voor[Classe]
take office (en)[Hyper.]
aanvaarden (v. tr.)
aanvaarden (v. tr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,047s