Publicitad E▼
accentueren
accentueren (v.)
aanzetten, beklemtonen, benadrukken, betonen, doen uitkomen, hameren, in de schijnwerpers zetten, in het licht stellen, nadruk leggen op de, onderlijnen, profileren, tamboereren, voor het voetlicht halen, zichtbaar maken, onderstrepen (figuurlijk, oneigenlijk)
accentueren (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)
betonen, klemtoon leggen op, onderstrepen, aksentueren (figuurlijk, oneigenlijk), beklemtonen (figuurlijk, oneigenlijk), benadrukken (figuurlijk, oneigenlijk), de nadruk leggen op (figuurlijk, oneigenlijk)
Publicidad ▼
Ver también
accentueren (v.)
↘ klem, kracht, nadruk, volhoudend ≠ bagatelliseren
accentueren (v.)
accentueren (v.) [figuurlijk , oneigenlijk]
accentueren (v.)
bring out, set off (en)[Hyper.]
highlighter (en) - highlighter (en) - coupe soleil, klapstuk - voorgrond - glanspunt, hoogtepunt - belichting, spotlight[Dérivé]
bagatelliseren[Ant.]
accentueren (v.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,031s