Publicitad R▼
Definición y significado de afwisselend
Sinónimos
afwisselend
afwisselend (adj.)
divers, gevarieerd, gevariëerd, variërend, verscheiden, wissel-
afwisselend (adv.)
afwisselen
afwisselen (v. intr.)
alterneren, elkaar afwisselen, om beurten doen, omzwaaien, rouleren, zich afwisselen
Publicidad ▼
Ver también
afwisselend (adv.)
↗ afwisseling, alternantie, alternatie, alternatief, alternering, poolwisseling, variatie, variëteit, verandering
afwisselend (adj.)
↘ variatie, variëteit, verscheidenheid ↗ afwisselen, alterneren, aswenteling, elkaar afwisselen, om beurten doen, omwenteling, rotatie, rouleren, slag, toer, zich afwisselen
afwisselen (v. intr.)
Frases
Publicidad ▼
Diccionario analógico
afwisselend (adj.)
afwisselend (adj.)
cyclic (en)[Classe]
répétitif (fr)[Classe...]
afwisselend (adj.)
undiversified (en)[Ant.]
afwisselend (adj.)
afwisselend, gevarieerd[Similaire]
afwisselend (adj.)
qui s'arrête et reprend par intervalle (fr)[Classe]
qualificatif d'une maladie (fr)[DomaineDescription]
decreased, reduced (en)[Similaire]
afwisselend (adj.)
afwisselend (adv.)
inversement (fr)[Classe]
alternatief[Adv.]
afwisselend (adv.)
alternativement (fr)[Classe]
afwisselen (v.)
afwisselen (v. intr.)
afwisselen (v. intr.)
Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
computado en 0,203s