Publicitad D▼
assemblage (n.)
fandravitana, fanangonana, manangona, fanambarana, manambatra, mamory, mandrindra
Publicidad ▼
Ver también
assemblage (n.f.)
↘ collecte, inzameling, lichting, verzameling ↗ assembleren, bijeenbrengen, componeren, construeren, in elkaar passen, in elkaar zetten, installatie, montage, monteren, opbouwen, samenkomen, samenstellen, zich verzamelen ≠ afbreken, demonteren, neerhalen, ontmantelen, opbreken, slechten, slopen, uiteennemen, uit elkaar halen, verbreken
assemblage (n.)
assemblage (n.)
assemblage (v. s.)
assemblage; collecte; verzameling; inzameling; lichting[ClasseHyper.]
opération du tissage (fr)[DomaineCollocation]
opération de vinification (fr)[DomaineCollocation]
opération de charpenterie (fr)[DomaineCollocation]
opération de menuiserie (fr)[DomaineCollocation]
groepering, hergroepering[Hyper.]
bijeengaren, bijeenkrijgen, bijeenrapen, collectioneren, lezen, paren, rapen, samenbrengen, samenroepen, sparen, verenigen, vergaderen - collect, pull in (en) - bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, laten oplopen, lezen, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, opstapelen, paren, potten, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaderen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen[Dérivé]
assemblage (v. s.)
aanhechten; vasthechten; verbinden; vastzetten; bevestigen; vastmaken; vastbinden; knopen; samenknopen; vaststrikken; vastknopen[ClasseParExt.]
assembler des choses (fr)[Classe]
rassembler, entasser (fr)[Classe]
aaneensluiten, aansluiten, bijschuiven, in verband brengen met, invoegen, passen, samenbundelen, samendoen, samenvoegen, synthetiseren, verbinden, verbinden met, verenen, verenigen - laten, maken, produceren, scheppen, vervaardigen[Hyper.]
assemblage - piece (en) - arsenaal, collectie, kollektie, verzameling[Dérivé]
deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zetten[Analogie]
assemblage (v. s.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,811s