Publicitad R▼
bagatelliseren
bagatelliseren (v.)
bagatelliseren (v. trans.)
afzwakken, bagatellizeren, minimalizeren, ondermijning, verslappen, verzwakken
Publicidad ▼
Ver también
bagatelliseren (v. trans.)
≠ harden, pantseren, versterken, wapenen
bagatelliseren (v.)
≠ chargeren, hyperboliseren, kleuren, opblazen, opkloppen, oppijpen, overdrijven, overtrekken
bagatelliseren
≠ accentueren, in de schijnwerpers zetten, in het licht stellen, voor het voetlicht halen
bagatelliseren
bagatelliseren (v.)
bagatelliseren (v. tr.)
als onbelangrijk afdoen, bagatelliseren[Hyper.]
futiel - onbelangrijk, triviaal[Dérivé]
bagatelliseren (v. tr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,032s