Publicitad R▼
bekennen
bekennen (v.)
bekennen (v. trans.)
aanschroeven, afschroeven, bedvogelen, belijden, beminnen, bibberen, bonken, bonzen, coïteren, de liefde bedrijven, dreutelen, emmeren, figuurzagen, flensen, fleppen, fokken, ketsen, kezen, kieren, knarren, liefhebben, minnen, nemen, opbiechten, pakken, palen, pezen, pompen, rammen, rampetampen, rollebollen, schroeven, seksen, slapen, soppen, uitschroeven, vastschroeven, vogelen, vozen, bijslapen (oud, manspersoon), cohabiteren (literary, manspersoon), de geslachtsdaad verrichten (literary, manspersoon), geslachtsgemeenschap hebben (manspersoon), naar bed gaan met (manspersoon), neuken (plat, ongepast, gemeenzaam, manspersoon), poepen (plat, ongepast), slapen met (manspersoon), vrijen (manspersoon), wippen (plat, ongepast)
Publicidad ▼
Ver también
bekennen (v. trans.)
↘ aveu, bekentenis, bijslaap, coïtus, copulatie, erkenning, gemeenschap, geslachtsdaad, geslachtsgemeenschap, geslachtsverkeer, kopulatie, overspel, paringsdaad, schuldbekentenis, schuldbelijdenis, schulderkenning, seks, sexuele betrekkingen, toegeving, vrijen
bekennen (v.)
↘ aangenomen, dat ≠ miskennen, ontkennen, ontveinzen
bekennen (n.)
bekennen (v.)
bekennen, erkennen, toegeven[Hyper.]
belijdenis, biecht, peccavi, schuldbelijdenis - aveu, bekentenis, erkenning, schuldbekentenis, schuldbelijdenis, schulderkenning, toegeving - biechtvader - aanbrenger, aangever, klikker, klikspaan, sycofant, verklikker, verlinker - duiker, geheimschrijver, gluiper, gluiperd, onderkruiper, promotieartikel, promotie-artikel, reclameartikel, stakingbreker, stiekemerd, verraadster, verrader, werkwillige[Dérivé]
bekennen (v.)
bekennen (v. tr.)
avouer (fr)[Classe]
se confesser (fr)[Classe]
bekennen (v. tr.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,375s