Publicitad R▼
beminnen
beminnen (v. trans.)
aanschroeven, aanspreken, aanstaan, aardig vinden, afschroeven, bedvogelen, behagen, bekennen, bevallen, bibberen, bonken, bonzen, coïteren, de liefde bedrijven, dreutelen, emmeren, figuurzagen, flensen, fleppen, fokken, genieten, genieten van, gesteld zijn op, geven om, graag hebben, houden van, ketsen, kezen, kieren, knarren, liefhebben, liggen, lijken, minnen, mogen, nemen, pakken, palen, pezen, pompen, rammen, rampetampen, rollebollen, schroeven, seksen, slapen, smaken, soppen, uitschroeven, vallen, vastschroeven, voelen, vogelen, vozen, zinnen, bijslapen (oud, manspersoon), cohabiteren (literary, manspersoon), de geslachtsdaad verrichten (literary, manspersoon), geslachtsgemeenschap hebben (manspersoon), naar bed gaan met (manspersoon), neuken (plat, ongepast, gemeenzaam, manspersoon), poepen (plat, ongepast), slapen met (manspersoon), vrijen (manspersoon), wippen (plat, ongepast)
beminde (n.)
favoriet, favoriete, geliefde, gunsteling, hartedief, hartediefje, hartelap, hartendief, hartendiefje, hartenlap, hartje, honnepon, honneponnie, lief, liefste, lieveling, lieverd, lieverdje, minnaar, minnares, schat, schattebout, scheet, schootkind, troetelkind, uitverkorene
beminde (n.m.f.)
aanbidder, bijenhoning, geliefde, hartedief, hartediefje, hartelap, hartendief, hartendiefje, hartenlap, hartje, honing, lief, liefde, liefelijkheid, liefje, lieflijkheid, liefste, lieveling, lieverd, lieverdje, passie, schatje, schattebout, vrijer, schat (figuurlijk, oneigenlijk), vlam (gemeenzaam)
Publicidad ▼
Ver también
beminnen (v. trans.)
↘ bijslaap, coïtus, copulatie, gemeenschap, geslachtsdaad, geslachtsgemeenschap, geslachtsverkeer, kopulatie, overspel, paringsdaad, seks, sexuele betrekkingen, vrijen ≠ een afkeer hebben van, een hekel hebben aan, verafschuwen, verfoeien
Publicidad ▼
beminnen (v. tr.)
beminnen (v. tr.)
beminnen (v. tr.)
delectation, enjoyment (en) - hartstocht, hartstochtelijkheid, onstuimigheid, passie - plezier - liefde - amant, galant, hartedief, hartediefje, hartelap, hartendief, hartendiefje, hartenlap, hartje, kloris, lief, liefje, liefste, lieveling, lieverd, lieverdje, lover, meisje, minnaar, schat, schatje, schattebout, vriend, vriendin, vrijer, vrindje - enjoyer (en) - beminnaar, beminnares, beminner, beminster, fan, ijveraar, liefhebber, liefhebster, minnaar[Dérivé]
beminde (n.)
beminde (n.)
beminde (n.)
amant, galant, hartedief, hartediefje, hartelap, hartendief, hartendiefje, hartenlap, hartje, kloris, lief, liefje, liefste, lieveling, lieverd, lieverdje, lover, meisje, minnaar, schat, schatje, schattebout, vriend, vriendin, vrijer, vrindje - dame, gleuf, gleufdier, griet, juffrouw, mens, mevr., mevrouw, mokkel, mw., tante, vrouw, vrouwelijk, vrouwmens, vrouwspersoon, wijf, wijfie[Hyper.]
beminde (n.)
amant, galant, hartedief, hartediefje, hartelap, hartendief, hartendiefje, hartenlap, hartje, kloris, lief, liefje, liefste, lieveling, lieverd, lieverdje, lover, meisje, minnaar, schat, schatje, schattebout, vriend, vriendin, vrijer, vrindje - baas, basserool, broger, gabber, gast, heerschap, jongen, kerel, klant, knaap, man, mannetje, manspersoon, meneer, mijnheer, pief, vent[Hyper.]
Contenido de sensagent
computado en 0,062s