Definición y significado de betrouwbaar

toegewijd; nijver; naarstig; niet aflatend; noest; ijverig[ClasseHyper.]

qui apporte du soin à ce qu'il fait (fr)[Classe]

présent (qui est dans un lieu, qui est là) (fr)[Classe]

constant (fr)[Classe...]

persévérant (fr)[Classe]

(opportuniteit)[termes liés]

bedrijvigheid, ijver, vlijt[Qui a]

arbeidzaam, betrouwbaar, ijverig, vlijtig, werkwillig, werkzaam[Similaire]

betrouwbaar[Similaire]

echte, waar, ware[Similaire]

sincère (personne) (fr)[Classe]

eersteklas, zuiver[Similaire]

regelmatig, vast[Similaire]

qui aime (faire) qqch (fr)[Classe]

(veel)[Caract.]

(werk; arbeidsproces; werkgelegenheid; arbeidsplaats; betrekking; dienstbetrekking; dienstverband; functie; job; positie; post; werkkring; baan; professie; vak; beroep; stiel; vakmanschap; activiteit; bezigheid; occupatie; werkzaamheden; werkzaamheid; carrière; loopbaan; vocatie; roeping; beroepsbezigheid), (arbeid; klus; karwei; werk; werkstuk; job; corvee; taak; werklast), (arbeiden; werken)[termes liés]

qui fournit un travail (personne) (fr)[DomaineDescription]

travailler (fr)[Qui~]

bedrijvigheid, ijver, vlijt - ijverig, vlijtig[Dérivé]

negligent (en)[Ant.]

behoedzaam, voorzichtig[Similaire]

verantwoordelijk[Similaire]

vrai (fr)[Classe]

betrouwbaarheid, degelijkheid, soliditeit - betrouwbaar, getrouw, tekstgetrouw, trouw[Dérivé]

malafide, onbetrouwbaar[Ant.]

eersteklas, zuiver[Similaire]

geldig, steekhoudend[Similaire]

avec précision (fr)[Classe]

levensecht, natuurgetrouw[Adv.]

undependably, unfaithfully, unreliably (en)[Ant.]

d'une manière certaine (fr)[Classe]