Publicitad R▼
bewaken
beschermen, beschutten, beveiligen, controleren, de wacht houden, hoeden, op wacht staan, posten, toezicht houden, wachtlopen, wacht lopen
bewaken (v.)
bewaken (v. trans.)
achten, behartigen, behoeden, bekijken, een oogje houden op, gadeslaan, in de gaten houden, ingaan op nader, in het oog houden, kijken naar, letten, letten op, nakijken, nazien, omkijken, onder toezicht houden, oppassen, passen op, verzorgen, wachtlopen, waken over, zorgen voor, hoeden (bestiaux)
Publicidad ▼
Ver también
bewaken (v. trans.)
↘ bescherming, beveiligingsbeambte, beveiligingsfunctionaris, bewaker, bewaking, garde, opzichter, opzichteres, surveillant, surveillante, toezichthouder, toezichthoudster, verzorger, wacht, wachter
Publicidad ▼
bewaken
monter la garde (fr)[Classe]
faire des manœuvres (soldat) (fr)[DomainRegistre]
bewaken, wachtlopen, waken over[Hyper.]
bewaken (v.)
bewaken (v. tr.)
protéger (fr)[Classe]
letten op; onder toezicht houden[Classe]
ce qui est dû (fr)[DomaineCollocation]
ce qui est possédé (fr)[DomaineCollocation]
naleving, observatie, registratie, stagering, waarnemen, waarneming - wacht - opmerking - constatering, konstatering, vaststelling - aanmerking, bemerking, kanttekening, meditatie, opmerking, stagering, waarneming - bijzitter, observant, observator, observatorium, observatrice, sterrenwacht, toeschouwer, waarneemster, waarnemer[Dérivé]
nagaan[Domaine]
bewaken (v. tr.)
protéger (fr)[Classe]
bewaken (v. tr.)
letten op; onder toezicht houden[ClasseHyper.]
Contenido de sensagent
computado en 0,031s