definición y significado de buigen | sensagent.com


   Publicitad R▼


 » 
alemán árabe búlgaro checo chino coreano croata danés eslovaco esloveno español estonio farsi finlandés francés griego hebreo hindù húngaro indonesio inglés islandés italiano japonés letón lituano malgache neerlandés noruego polaco portugués rumano ruso serbio sueco tailandès turco vietnamita
alemán árabe búlgaro checo chino coreano croata danés eslovaco esloveno español estonio farsi finlandés francés griego hebreo hindù húngaro indonesio inglés islandés italiano japonés letón lituano malgache neerlandés noruego polaco portugués rumano ruso serbio sueco tailandès turco vietnamita

Definición y significado de buigen

Definición

⇨ definición de buigen (Wikipedia)

   Publicidad ▼

Sinónimos

buigen

knikken, nijgen, zwichten

buigen (n. neu.)

plooien

buigen (v.)

aan de winnende hand zijn, afbuigen, afdrogen, betreden, bezielen, binnendringen, binnengaan, binnenkomen, binnenlopen, binnenrijden, binnenstappen, binnentreden, binnenvaren, corrigeren, de baas zijn, de eindstreep halen als eerste, de overhand krijgen/hebben, doorbuigen, duiken, een buiging maken, geren, glooien, hellen, het winnen van, ingaan, inkomen, inmaken, inpakken, instappen, kloppen, knikken, krombuigen, krommen, kronkelen, leunen, neigen, ombuigen, opstappen, overhangen, overhellen, overslaan, overspannen, overwinnen, pakken, plooien, ronddraaien, scheef houden, schuin houden, slaan, spinnen, uitwijken, verbuigen, verdiepen, verdraaien, verkrommen, verwinnen, vissen, winnen, winnen van, zegevieren, zich buigen, zwiepen

buigen (v. intr.)

afbuigen, bukken, doorbuigen, draaien, een buiging maken, gaan, krommen, stoten, verkrommen, zich bukken, zich krommen, nijgen  (oud)

buigen (v. trans.)

krombuigen, krommen, ombuigen, plooien, scheefbuigen, scheeftrekken, verbuigen, verkrommen

Ver también

   Publicidad ▼

Frases

Diccionario analógico

buigen (v.)

change posture (en)[Hyper.]

buiging, nijging[Dérivé]


buigen (v.)

ineenschrompelen, inkrimpen, krimpen, samentrekken, verschrompelen[Hyper.]

flex (en)[Dérivé]


buigen (v.)

entrer (fr)[Classe]

bain (fr)[DomaineCollocation]

ambtsaanvaarding, binnenkomst, dienstaanvaarding, entree, indiensttreding, intocht, intrede, invoer, opname, toetreding - entree, gang, ingang, inrit, oprijlaan, oprit, toegang, toegangsdeur, toegangspoort - ambtsaanvaarding, dienstaanvaarding, indiensttreding - deelnemer[Dérivé]

ontsnappen, uitgaan, uitvoegen[Ant.]


buigen (v.)

vervormen[Hyper.]

flexion, flexure (en) - bender (en) - bocht, buiging, curve, draai, flexuur - kreuk, kreukel, plooi, vouw - bendable, pliable, pliant, waxy (en)[Dérivé]

goedleggen, ontkrullen, rechtzetten[Ant.]


buigen (v.)

vervormen[Hyper.]

vervorming, verwringing - bender (en) - deformatie, vormverandering - kreuk, kreukel, plooi, vouw - buigbaar, plooibaar, soepel - bendable, pliable, pliant, waxy (en)[Dérivé]

unbend (en)[Ant.]


buigen (v.)

bekend maken, kennis nemen[Hyper.]


buigen (v.)

changer de direction pour un bateau (fr)[Classe]

se déplacer en changeant de direction (fr)[Classe]

effectuer une manœuvre d'une voiture (fr)[DomaineCollocation]

draaien, omgaan, zich omdraaien[Hyper.]

zwenking, zwieper - bocht, kromming, mal, sjablone, sjabloon, tekenmal - zwieper - koers, loop - curve, kromme[Dérivé]


buigen (v.)

dominer (être meilleur pour une personne) (fr)[Classe]

être meilleur dans une confrontation (fr)[Classe]

soumettre (fr)[Classe]

overmannen; overwinnen; nerslaan[Classe]

jeu d'échecs (fr)[DomaineCollocation]

overcomer, subduer, surmounter (en)[Dérivé]


buigen (v.)

gebaren, gebaren maken, gesticuleren, gestikuleren, wenken, wijzen[Hyper.]

buiging, nijging[Dérivé]


buigen (v.)

bestaan, bevinden, steken, uitmaken, verkeren, vormen, zijn, zitten[Hyper.]

bocht, kromming, mal, sjablone, sjabloon, tekenmal - kromming[Dérivé]


buigen (v.)

doen overhellen[Classe]

zich buigen[Classe]

buigen, doorbuigen, krombuigen, krommen, overspannen, plooien, verkrommen[Hyper.]

hobber, leaner, tilted bottle (en) - het slingeren, rectie, regering - glooiing, helling - hoogte, spoed, toonhoogte - hoek[Dérivé]


buigen (v. intr.)

adopter une attitude corporelle (fr)[Classe...]

devenir moins haut (fr)[Classe]

incliner son corps avec respect (fr)[Classe]

saluer (fr)[Classe]

courber le dos (fr)[Classe]

buigen, doorbuigen, krombuigen, krommen, overspannen, plooien, verkrommen[Hyper.]

ronde rug - crouch (en) - buiging, nijging - stooper (en)[Dérivé]

change posture (en)[Domaine]


buigen (v. intr.)

devenir courbe (fr)[Classe]

se déformer (fr)[Classe...]

devenir moins haut (fr)[Classe]


buigen (v. tr.)

rendre courbe (fr)[Classe]

faire plier (fr)[Classe]

buigen, doorbuigen, krombuigen, krommen, overspannen, plooien, verkrommen[Hyper.]

gebogen, met een ronde rug[Rendre+Attrib.]

bocht, buiging, curve, draai, flexuur - curvature (en)[Dérivé]


Wikipedia

 

Buigen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Redirect
Ga naar: navigatie, zoeken
#REDIRECT Buiging

 

⇨ todas las traducciones de buigen


Contenido de sensagent

  • definiciones
  • sinónimos
  • antónimos
  • enciclopedia

 

4133 visitantes en línea

computado en 0,047s

contactarnos  |  Company Information  |  Privacy policy  | últimos cambios

Copyright © 2013 sensagent Corporation: enciclopedia en línea, red semántica, diccionarios, definiciones y más. Todos los derechos reservados. E

sinónimo - definición - diccionario - define - traducción - traducir - traductor - conjugación - anagrama