Publicitad R▼
deftig
aanzienlijk, achtbaar, achtenswaardig, beschaafd, ceremonieel, correct, fatsoenlijk, geaffecteerd, gedistingeerd, kortaf, plechtig, plechtstatig, respectabel, statig, voornaam, waardig, welgemanierd, welopgevoed
deftig (adj.)
aanzienlijk, beroemd, eminent, enorm, gedistingeerd, groots, prominent, voornaam
Publicidad ▼
Ver también
deftig (adj.)
↘ bij uitstek, eminent, eminentie, preëminentie ↗ eer, eerbetoon, eerbewijs, eretitel, hommage, hulde, huldebetoon, huldeblijk, huldiging, onderscheiding, onderscheidingsteken
deftig (adv./adj.)
deftig (adj.)
réputé, de bonne réputation (fr)[Classe]
qui donne, procure de la gloire (choses) (fr)[Classe]
qui s'est acquis, a de la gloire (fr)[Classe]
qui a acquis une grande connaissance (fr)[ClasseParExt.]
bovenst; hoogst; opper-; hoger; superieur; voortreffelijk[Classe]
grond-; fundamenteel; wezenlijk; essentieel; eenvoudig; elementair[Classe]
compétent (fr)[Classe]
deftig (adj.)
qui appartient à la noblesse (fr)[Classe]
élégant (fr)[Classe]
qui a acquis un savoir (fr)[Classe]
poli (fr)[Classe]
deftig (adj. et adv.)
ernstig; serieus[Classe]
solennel (fr)[Adv.]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,032s