Publicitad D▼
dichtklappen
dichtklappen (v.)
dichtklappen (v. intr.)
dichtgooien, dichtknallen, dichtkwakken, dichtslaan, dichtsmijten, dichtwerpen, in het slot vallen, knallen, op proef zijn/stellen, pleuren, smijten, sodemieteren, stil houden, stilzwijgen, toegooien, toeklappen, toeslaan, toeslagen, toesmijten, verstommen, voorwaardelijk in vrijheid stellen/gesteld worden, zich gedeisd houden, zich koest houden, zich rustig houden, zich stilhouden, zwijgen
Publicidad ▼
Ver también
dichtklappen (v.)
Publicidad ▼
dichtklappen (v.)
se fermer (fr)[Classe]
dichtklappen (v.)
dichtklappen (v. intr.)
fermer une porte (fr)[Classe]
afsluiten, dichtdoen, dichten, dichtmaken, sluiten[Hyper.]
slam (en) - slammer (en)[Dérivé]
dichtklappen (v. intr.)
se fermer (fr)[Classe]
dichtklappen (v. intr.)
rester sans parler (fr)[Classe]
être tranquille (fr)[Classe]
loskomen, ontdooien[Ant.]
dichtklappen (v. intr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,047s