Publicitad D▼
eenvoudig
burgerlijk, elementair, essentieel, fundamenteel, gewoon, gewoonweg, grond-, ingetogen, landelijk, makkelijk, matig, moeiteloos, nederig, ongecompliceerd, ongedwongen, ongekunsteld, onopgesmukt, onopvallend, simpel, simpelweg, wezenlijk
eenvoudig (adj.)
bescheiden, bloot, enkelvoudig, essentieel, laag, naakt, niet meer dan, nuchter, ongecompliceerd, simpel, sober
eenvoudig (adv.)
alleen, alleen maar, bij uitsluiting van, duidelijk, eenvoudigweg, eerlijk, enkel, exclusief, gewoon, gewoonweg, kennelijk, klaarblijkelijk, ronduit, simpel, simpelweg, uitsluitend, zichtbaar
eenvoudig (adv./adj.)
Publicidad ▼
Ver también
eenvoudig
↘ fundamenteel, grond- ↗ grondstof, hoeksteen, hoofdbestanddeel, initia, onderbouw, ondergrond, pijler, substantie, voet
eenvoudig (adv./adj.)
eenvoudig (adv.)
↘ evident, klaarblijkelijk, onmiskenbaar, overduidelijk ↗ bij uitsluiting van, exclusief, onverdeeld, uitsluitend
eenvoudig (adj.)
↘ dreumes, eenvoud, eenvoudigheid, joch, jochie, kind, simpelheid, simpliciteit, snotaap, snotjongen, snotmeid, snotneus, ventje
Publicidad ▼
eenvoudig
eenvoudig (adj.)
easy (en)[Classe]
fluide (style) (fr)[DomainJugement]
eenduidig, ondubbelzinnig[Similaire]
eenvoudig (adj.)
brut, sans finesse (choses) (fr)[Classe]
nuchter, onopgesierd, onopgesmukt, sober[Similaire]
eenvoudig (adj.)
plain (en)[Similaire]
eenvoudig (adj.)
eenvoudig (adj.)
plain (en)[Similaire]
eenvoudig (adj.)
plain (en)[Similaire]
eenvoudig (adj. et adv.)
eenvoudig (adj. et adv.)
eenvoudig (adv.)
alledaagse uitdrukking[Domaine]
eenvoudig (adv.)
Contenido de sensagent
computado en 0,062s