Publicitad R▼
fijn
aangenaam, behaaglijk, enig, flinterdun, geschikt, iel, knus, leuk, onvergelijkelijk, plezierig, prettig, prima, scherp, slank, sympathiek, teer, uitgelezen, verfijnd, zuiver
fijn (adj.)
aangenaam, behaagelijk, plezierig, teer, verfijnd, wijdvertakt
fijn (adv./adj.)
aangenaam, behaaglijk, gemoedelijk, genoeglijk, gezellig, plezierig, prettig
Publicidad ▼
Ver también
fijn (adj.)
↗ aangenaam, behaaglijk, delicaat, delikaat, gemoedelijk, genoeglijk, gevoelig, gezellig, kies, plezierig, prettig, verfijnd, zacht ≠ fors, onaangenaam, vies
⇨ Een fijn span • Fijn goudscherm • Fijn hoornblad • Fijn venushaar • Fijn- grof- en hoefsmederij J.H. Eijhusen en Zn. • Oktoknopie dolt fijn
Publicidad ▼
fijn (adj.)
très mince, très fin (fr)[Classe]
de taille mince (fr)[Classe]
(katoen)[termes liés]
sable (fr)[DomaineDescription]
fijn (adj.)
doux au toucher (fr)[Classe]
fijn (adj.)
aanspreken, aanstaan, aantrekken, behagen, bevallen, blij maken, liggen, lijken, plezieren, verblijden, vergenoegen, verheugen, verrukken, zinnen - aardigheid, behagen, gein, genot, jeu, jolijt, jool, leut, leute, lol, lust, plezier, pret, schik, sjeu, vermaak, welbehagen - aangenaam, behaaglijk, fijn, gemoedelijk, genoeglijk, gezellig, plezierig, prettig - zachtaardigheid[Dérivé]
onaangenaam, vies[Ant.]
fijn (adj.)
mager, sprietig[Similaire]
fijn (adj.)
agréable à sentir (odeur, parfum...) (fr)[Classe]
agréable au goût (fr)[Classe]
bon, agréable (pour un repas) (fr)[DomainJugement]
delicaat, delikaat, gevoelig, kies, verfijnd, zacht - kracht[Dérivé]
fors[Ant.]
fijn (adj.)
dun[Similaire]
fijn (adj. et adv.)
fijn (adj. et adv.)
agréable à sentir (odeur, parfum...) (fr)[Classe]
agréable au goût (fr)[Classe]
Contenido de sensagent
computado en 0,047s