Publicitad D▼
dresseren (v. trans.)
africhten, drillen, oefenen, tam maken, temmen, trainen, voorbereiden, warmdraaien
gedresseerd (adv./adj.)
Publicidad ▼
Ver también
dresseren (v. trans.)
dresseren (v. tr.)
africhten; dresseren[ClasseHyper.]
rendre soumis (personne) (fr)[Classe]
(temmer; dompteur; dompteuse)[Thème]
(beest; dier; gedierte; dierlijk; bruut; schepsel), (fototropie; heliotropisme)[termes liés]
(joekel; schoothondje)[termes liés]
(ruiter; paardrijdster; kunstrijder; paardrijder)[termes liés]
(jachthond)[termes liés]
chasse avec des oiseaux de proie (fr)[termes liés]
domestique (fr)[Rendre+Attrib.]
dresseren (v. tr.)
gedresseerd (adj. et adv.)
dressé, apprivoisé (fr)[Classe]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,032s