Publicitad E▼
geselen (v.)
afdrogen, aframmelen, afranselen, afrossen, aftroeven, aftuigen, inpeperen, ranselen, striemen, zwepen
geselen (v. trans.)
aanklagen, affronteren, afknijpen, afmartelen, afpijnigen, bedriegen, bedroeven, beledigen, berichten, beschijten, bezeren, blesseren, doorvertellen, folteren, froisseren, grieven, hekelen, insulteren, klappen, klikken, krenken, kwellen, kwetsen, loslaten, martelen, pesten, pijn doen, pijnigen, plagen, roddelen, smaden, steken, teisteren, tormenteren, uit de school klappen, verdriet doen, verdrieten, verklappen, verklikken, verlullen
Publicidad ▼
Ver también
geselen (v. trans.)
↘ aframmeling, afranseling, axiometer, beangstigend, beledigd, beledigend, een pak rammel, flapuit, geseling, gluiperd, hatelijk, kattig, klikspaan, kwetsend, ranseling, roddelaar, roerverklikker, verklikker, verklikster ↗ bedroefd, bron van verdriet, diepbedroefd, droef, droevig, leed, lijden, met een gebroken hart, naargeestig, nood, pijn, smart, treurig, triest, verdrietig
geselen (v.)
geselen (v.)
inslaan[Hyper.]
geselslag, zweepslag - gesel, geselslag, teenslipper, zweep, zweepkoord[Dérivé]
geselen (v.)
produire des mouvements répétés (fr)[Classe]
(joekel; schoothondje)[termes liés]
aile (fr)[DomaineCollocation]
geselen (v.)
geselen (v.)
donner un, des coup(s) de fouet (fr)[ClasseHyper.]
supplicier (fr)[Classe...]
afdrogen, aframmelen, afranselen, afrossen, aftroeven, aftuigen, inpeperen, opkloppen[Hyper.]
ongelooide huid[GenV+comp]
geselslag, zweepslag - aframmeling, afranseling, afstraffing, pak rammel, pak slaag, pandoering, slaag - aframmeling, afranseling, een pak rammel, geseling, ranseling - gesel, geselslag, teenslipper, zweep, zweepkoord - strap (en) - whip (en) - switcher, whipper (en) - striem[Dérivé]
geselen (v. tr.)
verdrieten; bedroeven; smarten; treurig maken[Classe]
affliger (fr)[Classe]
faire souffrir (fr)[Classe]
inquiéter (fr)[Classe]
beschamen, van zijn stuk brengen, verlegen maken, verontrusten[Hyper.]
bedroefd, diepbedroefd, droef, droevig, met een gebroken hart, naargeestig, treurig, triest, verdrietig[Rendre+Attrib.]
chagrijn, sacherijn - pain, painfulness (en) - agonie, doodsangst, doodsstrijd, doodstrijd, lijden, pijniging - kwelling, torment, tortuur - kwaad, leed, lijden, pijn, zeer - leed[Dérivé]
afzien, lijden[Cause]
geselen (v. tr.)
folterbank, pijnbank, rad, wiel - teaser, tormenter, tormentor (en) - kwelling - kwelling, torment, tortuur - achtervolger, kweller, vervolger - folteraar, kweller - agonie, doodsangst, doodsstrijd, doodstrijd, hartenpijn, hartepijn, hartzeer, hevig lijden, kwelling, lijden, lijdensweg, martelgang, zieleleed, zielenleed, zielenpijn, zielepijn[Dérivé]
geselen (v. tr.)
blesseren, kwetsen, verwonden[Hyper.]
gemartel, het martelen, kwelling, pijniging, torment, tortuur - kruisdood, kruisiging, kruisoffer - teaser, tormenter, tormentor (en) - achtervolger, kweller, vervolger - folteraar, kweller - agonie, doodsangst, doodsstrijd, doodstrijd, hartenpijn, hartepijn, hartzeer, hevig lijden, kwelling, lijden, lijdensweg, martelgang, zieleleed, zielenleed, zielenpijn, zielepijn - kwelling, torment, tortuur[Dérivé]
geselen (v. tr.)
geselen (v. tr.)
informeren, inlichten, kennen, mededelen, meedelen, op de hoogte stellen, verwittigen[Hyper.]
informing, ratting (en) - afgevallene, afvallige, apostaat, deserteur, geloofsverzaker, kerkverlater, renegaat, renegate - duiker, geheimschrijver, gluiper, gluiperd, onderkruiper, promotieartikel, promotie-artikel, reclameartikel, stakingbreker, stiekemerd, verraadster, verrader, werkwillige - aanbrenger, aangever, klikker, klikspaan, sycofant, verklikker, verlinker - dump, dumpgoederen[Dérivé]
geselen (v. tr.)
offenser qqn (fr)[Classe]
Publicidad ▼
Wikipedia - ver también
Contenido de sensagent
computado en 0,031s