Publicitad R▼
implementeren (v. trans.)
aanwenden, bedienen, behandelen, benutten, bezigen, doorvoeren, effectueren, gebruiken, hanteren, in practijk brengen, in praktijk brengen, introduceren, invoeren, nemen, omgaan, overgaan, overschakelen, pakken, ten uitvoerbrengen, ten uitvoer brengen, tewerkstellen, toepassen, toepassen (in de praktijk), uitwerken, verwerken, voltrekken, volvoeren, wijden
Publicidad ▼
Ver también
implementeren (v. trans.)
↘ aanwending, applicatie, applikatie, arbeidsproces, bruikbaar, executie, export, exporthandel, gebruik, gebruikmaking, implementatie, onbruikbaar, tenuitvoerbrenging, tenuitvoerlegging, terdoodbrenging, terechtstelling, toepasbaar, toepasselijk, toepassing, uitvoer, uitvoerbaar, uitvoerhandel, uitvoering, utilisatie, vervulling, verwerking, voltrekking, werkgelegenheid ≠ vrijstellen
implementeren (v. tr.)
in praktijk brengen[ClasseHyper.]
(vergadering; bijeenkomst)[termes liés]
procédure judiciaire (fr)[DomaineCollocation]
implementeren (v. tr.)
rendre matériel (fr)[Classe]
implementeren (v. tr.)
utiliser (fr)[Classe]
utiliser un artifice pour parvenir à ses fins (fr)[Classe]
méthode (fr)[DomaineCollocation]
aanwending, applicatie, applikatie, arbeidsproces, gebruik, gebruikmaking, toepassing, utilisatie - applicatie, gebruikmaking, toepassing - bruikbaarheid, nut, nuttigheid, utiliteit - gebruiker, verbruiker - utiliser, utilizer (en) - available, usable, useable (en) - applicative, applicatory (en) - bruikbaar, gebruiksklaar, in orde, operationeel - bruikbaar - exploitable, harvestable, utilizable (en)[Dérivé]
gebruiken, praktizeren[Domaine]
bekleden, betreffen, gelden, kloppen, opgaan, strekken, uitkomen, uitstrekken, valideren, vigeren[Cause]
Publicidad ▼
Wikipedia - ver también
Contenido de sensagent
computado en 0,390s