Publicitad D▼
kronkelen
kronkelen (v.)
afbuigen, aftroggelen, buigen, ronddraaien, spartelen, trappelen
kronkelen (v. intr.)
knikken, slingeren, welven, zich slingeren, meanderen (literary)
Publicidad ▼
Ver también
kronkelen (v.)
Publicidad ▼
kronkelen (v.)
mouvoir son corps en tous sens (fr)[Classe]
(onderbeen; onderdaan; onderdanen; stelt; poot)[termes liés]
kronkelen (v.)
kronkelen (v.)
kronkelen (v. intr.)
aller en zigzag (fr)[Classe]
sinuer (fr)[Classe...]
bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen[Hyper.]
bocht - ribbon, thread (en) - meander, ramble (en)[Dérivé]
wander (en)[Domaine]
kronkelen (v. intr.)
sinuer (fr)[Classe]
kronkelen (v. intr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,047s