Publicitad R▼
leidster (n.)
administratrice, bestuurster, conductrice, directrice, hoofd
leidster (n.f.)
aanvoerder, aanvoerster, baas, bazin, chef, cheffin, concertmeester, dirigent, hoofd, hoofdartikel, hoofdman, koploopster, koploper, kopman, leider, leidersfiguur, leidsman, lijstaanvoerder, lijsttrekker, lokartikel, lokkertje, meester, meesteres, noordster, poolster, tramontane, voorman, windbreker
Publicidad ▼
Ver también
Publicidad ▼
leidster (n.)
conducteur[Hyper.]
leidster (n.)
leidster (v. s.)
feature (en)[Hyper.]
leidster (v. s.)
aanvoerder; aanvoerster; hoofd; leider; leidster; chef; cheffin[ClasseHyper.]
leidster (v. s.)
eenling, enkeling, figuur, iemand, individu, mens, menselijk wezen, particulier, persoon, sterveling, stervelinge, zelfstandige, ziel - held, heldin, toonbeeld[Hyper.]
lead (en) - aan de leiding gaan, aan kop gaan, aanvoeren, voeren, voorgaan, vooroplopen, vooruitgaan - brengen, gidsen, rijden, voeren - aan het hoofd staan van, aanvoeren, beheren, gezag hebben over, leiden, toezicht hebben - leadership, leading (en) - leiderscapaciteiten, leiderschap - stippellijnen - leiderschap, leiding[Dérivé]
leidster (v. s.)
étoile (fr)[Classe...]
nord (fr)[termes liés]
Contenido de sensagent
computado en 0,032s