Publicitad R▼
menigte
berg, boel, heleboel, kluit, kudde, leger, macht, massa, myriade, samenscholing, schare, troep, vracht, zooi
menigte (n.)
bijenzwerm, drom, gepeupel, heer, heir, horde, leger, legerschaar, legioen, massa, mensenmassa, mensenmenigte, mensenzee, meute, myriade, samenscholing, schaar, schare, sleep, stoet, veelheid, veelvuldigheid, volk, zwerm
menigte (n.f.)
apparaat, instantie, lichaam, massa, oploop, orgaan, organisatie, stationshal, volksoploop
Publicidad ▼
Ver también
menigte (n.)
Publicidad ▼
menigte (n.)
mouvement désordonné d'un groupe de personnes (fr)[Classe]
uitzwermen[CeQui~]
menigte (n.)
menigte (n.)
menigte (n.)
menigte (n.)
menigte (n.)
menigte (n.)
grande quantité de choses présentes en un lieu (fr)[Classe]
een veelheid[Syntagme]
menigte (v. s.)
Contenido de sensagent
computado en 0,032s