Publicitad E▼
naar
akelig, belabberd, betreurenswaardig, droevig, ellendig, hard, kwakkelig, lelijk, onaangenaam, onpasselijk, onvriendelijk, spijtig, treurig, vervelend, vies, volgens, zeeziek, ziek, zoals, zuur
naar (adv./adj.)
beroerd, ellendig, lijdend, niet lekker, onaangenaam, onaardig, onbehaaglijk, ongesteld, ongezellig, onpasselijk, onplezierig, onprettig, onvriendelijk, onwel, rot, slap, ziekelijk, belabberd (gemeenzaam)
Publicidad ▼
Ver también
naar (adv./adj.)
↘ gevaarlijk, ongezond, ziekelijk ↗ bezeren, blesseren, lijden, lijden aan, lijden onder, pijn hebben, te lijden hebben onder
⇨ naar . toe • naar . toewerken • naar .. toe • naar ... staan • naar aanleiding van • naar achteren • naar achteren hellend streepje • naar adem happen • naar adem snakken • naar alle kanten • naar bed brengen • naar bed gaan • naar bed gaan met • naar behoren • naar believen • naar beneden • naar beneden gaan • naar beneden gaand • naar beneden halen • naar beneden springen • naar binnen • naar binnen brengen • naar binnen gericht • naar binnen met gekeerde tenen • naar boven • naar boven (gekeerd) • naar boven gaan • naar boven jagen • naar buiten • naar buiten gaan • naar buiten komen • naar buiten slap hangen • naar de kapper gaan • naar de knoppen • naar de kroon steken • naar de letter • naar de lommerd brengen • naar de overkant brengen • naar de stembus gaan • naar de verdommenis gaan • naar een bovenverdieping • naar eigen keuze • naar gelang van • naar goeddunken • naar hartelust • naar het buitenland • naar het graf dragen • naar het noorden • naar het noorden gaand • naar het oosten • naar het schijnt • naar het westen • naar het zich laat aanzien • naar het zuiden • naar het zuiden gaand • naar het zuidoosten • naar het zuidwesten • naar huis • naar huis gaan • naar huis gaan met • naar huis gestuurd • naar keuze • naar links • naar lucht happen • naar men verneemt • naar mijn idee • naar mijn mening • naar mijn oordeel • naar rechts • naar rede luisteren • naar school gaan • naar verhouding • naar verluid wordt • naar verluidt • naar verwachting • naar voren • naar voren brengen • naar voren schuiven • naar voren van achter • naar waarde schatten • naar zee gaan • naar zich toe trekken • naar... toe • naar... toewerken
⇨ belasting naar aantal assen • bijdrage naar BNP • onderzoek naar de consumptie • verdeling naar geslacht • vervoer naar het achterland • vraag naar arbeidskrachten • zoeken naar een baan
Publicidad ▼
naar (adj. et adv.)
lijdend[ClasseHyper.]
atteint d'une maladie (personne) (fr)[Classe...]
malade (personne, organe, tissu, membre) (fr)[DomaineDescription]
naar (prép.)
préposition (Direction) (fr)[Classe]
naar (prép.)
conform; overeenkomstig[Classe]
en commun, ensemble, à plusieurs (fr)[Classe]
à l'imitation de (fr)[Classe]
par rapport à (fr)[Classe]
d'accord, en accord, du même avis (fr)[Classe]
en rapport à, en relation à (fr)[Classe]
accordant (en)[Similaire]
naar (prép.)
naar (prép.)
préposition (Direction) (fr)[Classe]
Contenido de sensagent
computado en 0,031s