Publicitad R▼
nazitten (v. trans.)
achteraangaan, achter iemand/iets aangaan, achternajagen, achternarijden, achternazetten, achternazitten, achtervolgen, checken, controleren, jagen, kontroleren, nachecken, nagaan, najagen, nakijken, natrekken, nazetten, nazien, reviseren, verifiëren, vervolgen, voortzetten, zoeken
Publicidad ▼
Ver también
nazitten (v. trans.)
↘ jacht ↗ accountantsonderzoek, audit, enquête, getuigenverhoor
nazitten (v. tr.)
het hof maken[Hyper.]
achtervolging, jacht, najagen[Dérivé]
nazitten (v. tr.)
nazitten (v. tr.)
combattre (fr)[ClasseParExt.]
achtervolging, jacht, najagen - tracking, trailing (en) - schaduwing - krijgertje, tikkertje - aangrijpingspunt, aanknopingspunt, aanwijzing, kapstok - achtervolger, achtervolgster, belaagster, belager, ciseleerder, ciseleur, duikbootjager, metaalgraveur, onderzeebootjager, steepler, vervolger - shadow, shadower, tail (en) - jager, sleepboot[Dérivé]
nazitten (v. tr.)
vérifier (fr)[Classe]
bestuderen, bezichtigen, informeren, onderzoeken[Hyper.]
accountantsonderzoek, audit, enquête, getuigenverhoor[GenV+comp]
controle, kontrole, natrekking, nazicht, toetsing, verificatie, verifikatie - experiment, onderzoeking, probeersel, proef, proefneming, test, toets, toetssteen - verificateur[Dérivé]
aankruisen, aanstrepen, aanvinken, afvinken, nakijken, vinken[Domaine]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,031s