Publicitad R▼
onteren
Publicidad ▼
Ver también
onteren (v.)
↘ infractie, mensonterend, mensonwaardig, misdrijf, onterend, overtreding, schandelijk, schending, schennis, verkrachting, violatie, wanbedrijf ≠ eren, fêteren, huldigen, lauweren, naleven, onderhouden, sieren, vereren
onteren (v.)
disrespect (en)[Hyper.]
breuk - overtreding, schending, schennis, verbreking - infractie, misdrijf, overtreding, schending, schennis, violatie, wanbedrijf - bedrijver, boosdoener, boosdoenster, dader, overtreder, pleger, schuldige - transgressor (en) - wetsovertreder, wetsovertreedster - criminaliteit, euveldaad, misdaad, misdadigheid, misdrijf, wanbedrijf - onsmakelijk - offensive, violative (en) - schendbaar[Dérivé]
naleven, onderhouden[Ant.]
onteren (v.)
[literary]
onteren (v.)
inbreuk, overtreding - offensive, violative (en) - schendbaar[Dérivé]
conform to (en)[Ant.]
onteren (v.)
onteren (v.)
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
computado en 0,031s