Publicitad E▼
opbrengen (v. trans.)
aanbrengen, aanbrengen op, aangeven, aanhouden, aanreiken, afdragen, arresteren, bereiken, doen, doorgeven, doorgeven aan, gevangennemen, geven aan, inrekenen, inzamelen, maken, ophalen, opleggen, oppakken, opsmeren, overbrengen, overgeven aan, overleveren, pakken, realiseren, teruggeven aan, toesteken, van kracht zijn, verder geven aan, verdienen, vinden, voorlopen, voortoveren, wekken
Publicidad ▼
Ver también
opbrengen (v. trans.)
↘ aanhouding, arrestant, arrestante, arrestatie, bajesklant, bezwering, catch, catch-as-catch-can, convict, dwangarbeider, evocatie, gedetineerde, geestenbezwering, gevangene, gevangenisstraf, gevangenneming, huisgenoot, inbrenghuls, inhechtenisneming, medebewoner, patia ant, straftijd, toepasbaar, toepasselijk, vangbal, veroordeelde, visvangst, vrijheidsstraf ↗ bajes, bak, cachot, gevang, gevangenhuis, gevangenis, kast, kerker, kot, lik, nor, petoet, rijkshotel, strafgevangenis, strafinrichting
Contenido de sensagent
computado en 0,015s