Publicitad R▼
opdracht (n.f.)
1.Overeenkomst waarbij iemand (de machtiger) aan een ander (de gemachtigde) de bevoegdheid verleent om in zijn naam juridische handelingen te verrichten. De procuratie is hiervan het bewijsstuk.
Publicidad ▼
opdracht
bevel, boodschap, commando, gebod, last, mandaat, missie, order, taak, verplichting, zending
opdracht (n.)
opdracht (n.f.)
bestelling, dedicatie, dedikatie, expeditie, last, lijkbezorging, machtiging, mandaat, onderneming, opgaaf, opgave, order, project, taak, uitvaartverzorging, volmacht, werklast
Ver también
opdracht (n.f.)
↘ in bestelling, signeren, volgens bestelling ↗ aanvragen, bestellen, boeken, opdracht geven, vooruitbestellen
Publicidad ▼
⇨ De Geheimzinnige Opdracht • De opdracht • Een onmogelijke opdracht in Somalië • Geheime opdracht (Jommeke) • Grote Opdracht • In opdracht van Bin Laden • Jeugd met een Opdracht • Onmogelijke opdracht • Opdracht in Saigon • Opdracht van Maria in de tempel • Opdracht van de God • Opdracht van de Godin
opdracht
opdracht (n.)
opdracht (n.)
zending; missie[Classe]
commissionner (fr)[Nominalisation]
opdracht (v. s.)
zending; missie[Classe]
opdracht (v. s.)
arbeid, emplooi, werk[Hyper.]
beogen, intrigeren, kuipen, ontwerpen, ontwikkelen, plannen, programmeren, projecteren, ten doel hebben, tot doel hebben, uitstippelen, van plan zijn, voorhebben, willen doen - ondernemen - task (en) - aansukkelen, ploeteren, voortsukkelen - afbeulen, als arbeider werken, beulen, blokken, hengsten, pezen, ploegen, ploeteren, pompen, sappelen, sjouwen, sloven, vossen[Dérivé]
opdracht (v. s.)
opdracht; order; bestelling[ClasseHyper.]
bon de commande (fr)[Classe]
commercial document, commercial instrument (en)[Hyper.]
aanvragen, bestellen, boeken, opdracht geven, vooruitbestellen[Nominalisation]
bestellen[Dérivé]
opdracht (v. s.)
opdracht (v. s.)
opdracht (v. s.)
Contenido de sensagent
computado en 0,047s