Publicitad R▼
opsparen
bewaren, openhouden, openlaten, ophouden, oppotten, opzijleggen, opzij leggen, saven, sparen, vergaren, vrijhouden, vrijlaten, wegschrijven
opsparen (v.)
bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, laten oplopen, lezen, ophalen, ophopen, oppotten, opstapelen, paren, potten, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaderen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen
Publicidad ▼
opsparen
opsparen (v.)
ophoping - assemblage, collecte, inzameling, lichting, verzameling - compilatie, samenstelling - compilatie, compilatiewerk, pandecten, samenstelling, samenvatting, verzamelwerk - arsenaal, collectie, kollektie, verzameling - accumulative (en) - accumulatief, akkumulatief, cumulatief, kumulatief, opeenhopend[Dérivé]
opsparen (v.)
cacher qqch ou qqn (fr)[Classe]
Contenido de sensagent
computado en 0,032s