Publicitad E▼
opvangen
begeleiden, kalmeren, onderscheppen, ontvangen, scheppen, tegenhouden, vangen, vergaren, vernemen, waarnemen
opvangen (v. trans.)
behandelen, buitmaken, catch, catch-as-catch-can, gevangennemen, graai, greep, grijparm, grijpen, grijper, horen, inhalen, krijgen, luistervinken, lunchpakket, neutraliseren, ondervinden, onthalen, ontvangen, oppassen, oppikken, pakken, percipiëren, registreren, toevallig horen, vangen, verplegen, verzorgen, vinden, visvangst, voorvoelen, waarnemen, zich ontfermen over, zorg dragen voor, zorgen voor, halen (transports publics), saneren (denture)
Publicidad ▼
Ver también
opvangen (v. trans.)
↘ begroeting, behandeling, behandelwijze, geneesmethode, geneeswijze, onthaal, ontvangst, reactievermogen, terapie, therapie, verpleegkundig, verwelkoming, welkom, ziekenverpleging, zorg
Publicidad ▼
opvangen
opvangen (v. tr.)
opvangen (v. tr.)
opvangen (v. tr.)
factotum (en)[Domaine]
StateOfMind (en)[Domaine]
opvangen (v. tr.)
opvangen (v. tr.)
opvangen (v. tr.)
acquérir la connaissance de (fr)[Classe]
opvangen (v. tr.)
action de prendre (fr)[Classe]
prendre (fr)[Nominalisation]
aanraking, beroering, ontmoeting, treffen[Hyper.]
grissen - beetkrijgen, beetnemen, beetpakken, graaien, grabbelen, grijpen, grissen, vastgrijpen - graaien, grabbelen, grijpen, vangen, vangst - graaien, grissen, happen, wegpakken - grab (en) - bemachtigen, graaien, grijpen, grissen, meepakken, oppikken, vastpakken[Dérivé]
opvangen (v. tr.)
opvangen (v. tr.)
Contenido de sensagent
computado en 0,031s